woensdag 1 april 2015





Als we terug komen van het vliegveld is het erg stil op de boot. Het is nog duidelijk te zien dat hier tot voor kort meer dan twee mensen woonden, maar de gezelligheid die daarbij hoorde is vertrokken. We hebben grote plannen om binnenkort weer een nieuw eiland aan te doen. Misschien redden we zelfs Cuba nog wel, dat lijkt me echt te gek. Een kleine week later liggen we echter nog steeds in dezelfde baai. We hebben nergens zin in en vinden het erg moeilijk de draad weer op te pakken. Terwijl we het voor Jari en Isa kwamen toch heel erg leuk hadden. Dan zou dat nu toch ook weer moeten lukken, zou ik denken. Maar soms, of misschien wel regelmatig, kan je hoofd je wel vertellen hoe je je zou moeten voelen, terwijl je gevoel totaal geen aanstalten lijkt me maken daar naar te luisteren. Misschien is het ook de maffe wereld in deze baai vol superjachten, die we nu echt wel genoeg gepoetst hebben zien worden. We besluiten in ieder geval weer iets te gaan doen en geven elkaar een schop onder de kont. Vandaag klaren we uit en morgenochtend vertrekken we naar Saba. De onderwater wereld daar schijnt fantastisch mooi te zijn en het eiland verder rustig, dat klinkt heerlijk.
Bij customs gaat een man helemaal door het lint. Hij schreeuwt in de telefoon tegen iemand die leidinggevende zou moeten zijn. Hij heeft een aantal weken in de baai gelegen en moet nu 240 dollar betalen, 8 dollar per dag. Het is de toegangsprijs voor het 'park', ofterwijl een paar oude huisjes die rondom de haven staan. Ik snap de mans woede en ben blij dat ik ondertussen geleerd heb dat je altijd maar één dag in de baai bent.
De volgende ochtend staan we op als het licht wordt en maken, nog steeds met chagrijnige koppen de boot klaar. Als we net het grootzeil omhoog hebben ziet Marijn ineens de Silverland voor anker liggen, verderop in de grote baai. Dat is leuk! We proberen al weken elkaar ergens te treffen, maar hoewel we in dezelfde regio rondvaren is er steeds iets wat dat belemmerd. Tot nu dus. Ze hebben een groep vrienden van Marco aan boord en Matthies en Marije zwaaien ons vrolijk toe. Marco komt met zijn maat in de bijboot naar ons toe. Het blijkt dat ze naar Barbuda gaan vanmiddag. Er zit voor ons dus niets anders op dan ons plan te wijzigen en dan maar naar Barbuda te gaan. Het zeilen is heerlijk, het schiet lekker op en het weer is prachtig. Barbuda is een heel laag, plat eiland, dat voornamelijk uit heel fijn, wit zand bestaat. Het schijnt dat over de hele Carieb stranden worden opgespoten met zand dat hiervandaan komt. Als we echt nog maar een paar mijl te gaan hebben, zien we het eiland verschijnen. Er staan nauwelijks gebouwen en het eiland is omring met één groot strand. We navigeren tussen de ondieptes door en laten het anker vallen in het fijne zand.
Het is ongelooflijk hoe anders de wereld er uit kan zien na een dagje zeilen. We kunnen allebei weer oprecht lachen, zijn weer goede vriendjes en hebben en voldaan gevoel. Zeilen kan een zeer effectief medicijn zijn tegen lamlendigheid en depressieve gevoelens. En wat is het hier mooi! Het water is heerlijk, maar het zand is onvoorstelbaar! Normaal gesproken, als je zand tussen je handen wrijft, voel je de korreltjes langs elkaar heen schuren. Met het zand van Barbuda heb je meer het gevoel dat je een dikke crème tussen je handen hebt. Vast ideaal om dingen mee te polijsten.



Als de zon ondergaat komt ook Silverland binnen, die nog heeft ingeklaard in Antigua. We hebben geen plannen, dus de hele avond de tijd om bij te kletsen en een leuke tijd te hebben.
Omdat we al uitgeklaard waren uit Antigua, moeten we, ondanks dat Barbuda en Antigua één land is, toch weer inklaren. Het blijkt erg ver lopen te zijn naar customs, maar we hebben geluk en krijgen al snel een lift van iemand die in een oud hotel werkt. Het zou het lievelingshotel van prinses Diana geweest zijn, maar staat al een tijd leeg en is nu in voorbereiding voor restauratie. Op de terugweg lopen we een heel eind over het strand, langs het hotel. Doordat het niet in gebruik is ligt het vol met cocosnoten, waar we een paar van meenemen. We geven een stevige jongen, die de hele dag onder een boom zit en ons vertelde dat hij op de witte mensen past, een pak pindakoekjes. Hij had gevraagd of we iets voor hem mee wilden nemen van het supermarktje in het dorp. Het woorddeel super had hier wel kunnen worden weggelaten, maar ze verkopen in ieder geval wat eten en drinken. De jongen vindt de koekjes lekker en eet meteen de halve rol leeg. Als vervolgens grote verhalen over kinderhandel, bloedgeld en nog veel meer ellende een van zijn favoriete gespreksonderwerpen blijkt te zijn, lopen we verder naar de boot. We zwemmen lekker in onze blote billen en drinken een koud biertje, meegenomen uit het dorp. Wat een prachtplek!
Er zwemmen constant grote schildpadden om de boot en ook roggen laten zich vaak zien. Matthies heeft er zelfs één aan zijn hengel hangen, tot afgrijzen van Marije.
's Avonds hebben we weer een feestje op de Silverland en het wordt een waar muziekfestijn. Van verschillende boten uit de baai komen mensen langs die hun instrument mee hebben genomen en Marijn zit al snel lekker te jammen. 



De volgende dag varen we naar de westkant van het eiland. Je ligt daar naast een lange strook strand van een meter of 80 breed. Dan begin de lagoon. Als je naar de kant wilt, moet je dus met een bootje. We ontmoeten een aardig man die op de dunne strook woont en die ons tegen betaling wel naar de overkant wil brengen. Daar klaren we uit en doen nog wat boodschapjes, terwijl de man op ons wacht en wij daarna op hem. We hebben besloten dat we het paradijs weer verlaten om de Deinemeid klaar te maken voor de grote oversteek terug. We gaan, ondanks wat negatieve verhalen van vrienden, dus toch maar naar het eiland waar dit goed kan: Sint Maarten. Ik ben heel benieuwd, zeker omdat dit het eerste 'Nederlandse' eiland is dat we aan gaan doen. In eerste instantie zouden we morgenochtend pas gaan, maar nu we terug zijn op de boot hebben we eigenlijk wel zin om te varen. We knopen de Carlos Tolerante op het dek, pakken de zeilen uit en om drie uur 's middags varen we de zakkende zon te gemoed.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten