zaterdag 15 mei 2021

Breskens-Duinkerke

 


De voorspelling beloofd weinig wind. We gaan vroeg weg om nog wat stroom mee te pakken. Nu maar hopen dat er genoeg wind blijft staan om in België te komen. Ik heb de yankee vervangen voor Jenny, de grote genua. Jenny is mijn lievelingszeil en ik ben blij dat ik haar weer eens kan hijsen. Ruime wind laten we Breskens achter ons en zetten koers richting de Vlaamse zuiderburen. De wind zwakt verder af en komt nog ruimer in. We besluiten dat andere zeil dat we zo weinig gebruiken ook maar weer eens omhoog te trekken. Spinnaker up!




Het lijkt erop dat de Spi blij is weer eens buiten te mogen spelen en we maken weer wat gang, ook al is de stroom inmiddels gekenterd. Het is hemelvaartsdag en we zijn niet de enige die zin hadden in een stukje zeilen. Voor ons zien we een racejacht zijn spinnaker weghalen. Zou de wind daar anders zijn? Geconcentreerd houden we de wind, wolken en het water in de gaten. De wind draait wat en zakt dan helemaal in. Aangezien we tegen de stroom in varen gaan we over de grond nu achteruit, terug naar Nederland… Dat was niet de bedoeling! Zullen we hier even ankeren in de hoop op terugkeer van wat wind of toch maar het ijzeren zeil? We besluiten de motor te starten nu de stroom nog niet al te hard tegen loopt en ik bereid me voor op een paar saaie uurtjes. Motoren is niet mijn ‘lievelings’, om het maar zacht uit te drukken. Hoewel het natuurlijk altijd fijn is als ‘Mr. Perkins’ het weer doet.

Gelukkig duurt de windstilte niet lang en tegen alle voorspellingen in trekt de wind aan uit de richting waar we naartoe willen. We hijsen snel de kotterfok en met een flinke windkracht 5, misschien wel 6 komen we weer goed tegen de stroom in, zelfs kruisend tegen de wind in. Na een tijdje wordt de wind wat stabieler en neemt tevens weer wat af. Ik sla de yankee aan boven Jenny, die nog aan de voorstag vastzit. Met ons standaard tuig van grootzeil, kotterfok en yankee kruisen we nu dapper door tegen de stroom in en Oostende komt in zicht. Marijn heeft sinds ik hem ken een zwak gehad voor deze Vlaamse havenstad met rijke gastronomie en lange stranden.

Na een lange zeildag varen we voldaan de haven binnen. Gelukkig hadden we nog eten over van gisteren en kunnen we zo een bord pasta met Marijn befaamde rode saus naar binnen werken.



De slaap is lang en diep en de volgende morgen verdiepen we ons in de mogelijkheden om een non-Covid verklaring te bemachtigen om Frankrijk te mogen bezoeken. Het blijkt goed geregeld in België: op een half uurtje lopen is een ziekenhuis waar we ons deze morgen nog kunnen laten testen! We gebruiken de wandeling om meteen de stad te beleven:

Oostende is afgeladen met mensen, wellicht dat het hier ‘normaal’ nog drukker is, maar sinds Corona ben ik niet meer op zó’n drukke plek geweest. De terrassen zitten vol, mensen botsen tegen je op, de stranden zijn bepakt met chillende ouders en spelende kinderen en alle bankjes op de boulevard zijn bezet met drinkende en snackende mensen. Ik merk dat het me moeite kost hier in mee te gaan. Ruim een jaar aan ‘social distancing’ heeft zich in m’n intuïtie gevestigd en als ik er een heb komen er nu wel heel veel mensen in mijn aura.


Voor het ziekenhuis licht een groot park. Op de overgang van park naar ziekenhuis staan twee kleine containertjes waar we, na betaling in het ziekenhuis, binnen een paar minuten getest zijn. Nu is het afwachten tot we de uitslag hebben, hopelijk natuurlijk negatief, om naar Frankrijk te mogen.

We hebben wat rondgevraagd aan andere zeilers en één ding is duidelijk: je kunt je in Frankrijk maar beter aan de voorschriften houden, wil je er een fijne tijd hebben.

Tot onze verrassing hebben we dezelfde middag al de uitslag in onze mailbox, wat goed uitkomt aangezien het tij morgenochtend vroeg richting Frankrijk staat vanaf hier. Ook de windvoorspellingen zijn gunstig voor morgenochtend, terwijl in de middag en tot zover we kunnen kijken enkel harde wind tegen voorspeld wordt. Na een heerlijke douche bij de jachtclub kruipen we dus vroeg onder de deken.





Ik wordt wakker van een zware motor, vlakbij mijn hoofd. Wat is dit? Is het niet nog midden in de nacht?! Het blijkt toch nét ochtend te zijn en als ik mijn hoofd uit het luik steek blijken er twee vissersschepen vlak voor onze boot te liggen, dwars op de steiger waar wij aan aangemeerd zijn. Nu heb ik het meestal niet zo op vissers, omdat ze nu eenmaal veel dieren vermoorden, veel spullen in het water gooien die ze al dan niet weer eens ophalen en die je al dan niet kunt zien in het donken en vaak onvoorspelbaar varen, terwijl ze grote golven trekken. Deze visserman manoeuvreerde zijn schip echter heel voorzichtig voor onze boeg langs en met finesse legden ze vervolgens aan op de steiger om de hoek. Helaas, toen ik daarna met Heros ging wandelen lag de steiger vol met vissenkoppen, lagen er plastic handschoenen in de zee en dreven overal ingewanden.





De wind is voorspeld in de ochtend nog aardig zuidelijk te zijn en in de loop van de ochtend parallel aan de kust en dus tegen te draaien. Met het eerste stroompje mee zetten we koers onder standaard tuig richting Duinkerke. Ik heb een route in de plotter gezet, want er zijn nog wel wat ondieptes om rekening mee te houden hier onder de kust. Langzaam loopt het log op: 6,5; 6,8; 7,5;7,9;8,2. We maken goed gang en toch voelt het zó rustig! 8,5;8,8; 9,2! In de beschutting van de zandbanken en aan de hoge wal vliegen we haast over het water. Wat een machtig lekker gevoel. Heros ligt braaf te chillen onder het helmhout. Dan zie ik wat geks in de verte: er drijft iets in het water waar een clubje vogels op zit…



Wat is het? Het lijkt wel een dode walvis! We komen dichterbij en de vogels vliegen weg… Ik kijk nog eens goed. Wel een rare walvis met zo gelijkmatige witte strepen! Het blijkt een zuigleiding te zijn voor het opspuiten van zand. Er lag weliswaar een kardinale boei (de kustlijn ligt er hier vol mee), maar dit was wel echt een bizar gezicht. Op onze navionics-kaart, alsmede onze papieren kaart van een paar jaar geleden staat de slang ook niet vermeld. Wat een geluk dat we hier niet in het donker varen, dat had een nare klap kunnen worden! Ik maak een aantekening in de kaart, mochten we hier ooit nog eens terugkomen.





Op de zandbanken voor Duinkerke liggen de zeehondjes ons te verwelkomen. Met een gemiddelde snelheid van bijna 8 knopen, gewapend met onze non-covid verklaring, ‘tous anti covid’ app en ‘verklaring op eer’ varen we onze eerste Franse haven binnen. Bonne journée!




zondag 9 mei 2021

Harlingen-Zeeland

 

31 Maart 2021, op de achtergrond van Piets weerbericht glijden we langzaam de haven van Harlingen uit. Uitgezwaaid door onze lieve vrienden na een rustige en gezellige winter in Harlingen. Is dit het dan? Het vertrek van onze grote reis? Misschien heeft deze reis gewoon niet zo’n hard begin, enkel een vage overgangstoestand van plaatsgebonden naar ‘onderweg’.

Ik besluit dus maar gewoon dat dit het is. We zijn vertrokken!

Deze eerste dag varen we helemaal naar Kornwerderzand en besluiten daar vervolgens maar een dagje te blijven liggen. Nu we toch vertrokken zijn hebben we immers geen haast meer. Het plan is vanaf hier af te zakken naar Het Zuiden, onderweg een laatste groot-onderhoud-stop makende in Middelharnis. Het Zuiden, wederom zo’n vaag begrip. Het voelt als warmte en daar hebben we allemaal wel zin in. Op naar Het Zuiden dus.



Onderweg stoppen we op de meest exotische plekjes die het Ijsselmeer te bieden heeft om afscheid te nemen van aldaar wonende vrienden en familie. Zo leren we Nederland nog eens kennen! Het is heerlijk om onderweg te zijn en lekker buiten te spelen met de wind en het water. Als we bij Ijmuiden de Noordzee opvaren voelt de bevrijding compleet. Wat is dit fijn!


Bericht over vastlopende jachten en viskotters in het Slijkgat (toegang tot het Haringvliet vanaf zee)... Geen goed plan. Telefonisch contact met de vuurtorenwachter bevestigd dit en we besluiten door Rotterdam te varen: wat een geweld aan zee- en binnenvaart is daar te aanschouwen! Geloodst door de ene na de andere verkeerscentrale manoeuvreren we ons tussen de af en aan varende schepen door. In Rotterdam varen we door prachtige bruggen en vervolgen onze tocht over de Dortse Kil. Vanaf dan wordt het rustiger.




We gaan voor anker in een beschut kommetje. Heros kan lekker los en vermaakt zich kostelijk. ‘s Avonds zit ik op de preekstoel, starend over het water. Ik kan bijna wel huilen van geluk, wat heb ik hier naar uitgekeken!




We zijn al lekker ingeslingerd in het reizigersbestaan. De vrijheid lonkt. We gaan echter nog ff een paar weekjes flink aan de slag. We varen door naar Middelharnis met een mooie lijst klussen.



We mogen en kunnen veel zelf doen en wat ze voor ons doen ziet er goed uit. We toveren het achterdek om tot ‘Solar Farm’, installeren een gloednieuwe giek, vervangen de lieren en bijbehorende plaatjes op de mast en plaatsen stoppers. We vervangen de voorloop voor de grootzeilleuvers door profiel waar de leuvers als het goed is in blijven zitten, in plaats van er lukraak uit te springen wanneer ze daar zin in hebben. We huren de kleinste auto bij het verhuurbedrijf in Middelharnis om twee zeilen op te halen in Makkum. Met een bakwagen voor de prijs van een blikken gebakje rijden we vervolgens naar Friesland om de twee zeiltjes op te halen. De slogan van het autobedrijf: ‘de no-nonsens verhuurder’… We nemen nog één maal afscheid van familie en vrienden en rijden dan weer terug.



Tijd om te gaan! Zijn jullie al vertrokken? Uhm... in ieder geval gaan we weer verder!



Ó, wat zeilt ze lekker, ó, wat is alles makkelijk te bedienen.



Wat een feest is dit!



Op naar Het Zuiden!