maandag 14 november 2011



















Life is rollercoaster, een heerlijk cliché zinnetje, maar de laatste maanden zeker waar.
Nadat we weer het water in konden met de Deinemeid stonden ons alweer genoeg nieuwe avonturen op te wachten. Eerst kwamen we erachter dat een pool van de startaccu vrijwel geheel weg was gefikt, wat voor gepast vuurwerk zorgde. Later, met hulp van ome Heine werd deze uit elkaar gehaald, gefixt en weer in elkaar gezet. Vooral het loshalen en bevestigen was nogal een crime, gezien de kleine ruimte beschikbaar om erbij te komen.
Gelukkig was er dit keer meer water in het slootje naar Bijko, zodat we op eigen krachten op zout water konden komen. Wel een bizar idee dat ze al meer dan vijf jaar geen spatje zout water had geproefd en nu er weer midden in lag, je zou toch denken dat ze dat lekker moet vinden.
Voor een paar weekjes hadden we een mooi plekje op nummer 33 in de Noorderhaven te Harlingen. Hier hadden we tussen de platbodemwedstrijden, feesten en verhuizingen door tijd om de betimmering weer in elkaar te zetten, ons te verdiepen in te kachel en het stroom systeem, de accu's vol te laden en vele kleine dingen in orde te maken.
Na de slag in de rondte mochten dan eindelijk de zeiltjes erop.
Bij het stellen van de mast bleek echter dat de wantspanners er slechter aan toe waren dan we tot dan toe hadden verondersteld, maar goed, wel fijn dat we dat tijdig konden constateren. Het schijnt dat als je twee samenwerkende rvs onderdelen niet vet ze elkaar opvreten en dat was bij een paar van onze spanners gebeurt. Het schroefdraad was naar z'n grootje, en toen we probeerde er toch kracht op te zetten om een noodborg met een touwtje te maken werd hij zo dol dat je het gehele schroefdraad zo uit de spanner kon trekken.
Gelukkig heeft schipper Daan goeie kennisen, waarvan er een wel een klein oud spannertje voor ons had. Op internet vond ik met wat goed geluk exact dezelfde spanners als op de Deinemeid voor niet al te veel geld, die kan ik later in Franeker ophalen.
Maar eerst de grote beproeving: het was tijd om voor het eerst te gaan zeilen.
Daan was ook mee en de planning was Harlingen – Enkhuizen en dan daar samen met Joost, die met de Overwinning ook naar Amsterdam wilde samen te overnachten.
Om een uurtje of elf kwamen er achter dat er net wat minder water op de boontjes staat dan we in ons achterhoofd hadden, zodat we nog ff flink moesten haasten om het tij niet te missen.
Het stuk naar de sluis voeren we alleen op de rolgenua, we hadden weliswaar het stroompje mee, maar liepen toch al makkelijk acht en een halve knoop. Terwijl het zo kalmpjes en rustig aanvoelde.
Bij de sluis werd er een grootzeiltje opgeknoopt. Ook het hijsen van het grootzeil verliep aanzienlijk soepeler dan verwacht. Met het grootzeil erop en een goede windkracht vijf bakstagwind, liepen we op het ijsselmeer eigenlijk niet minder dan zeven knopen en grotendeels van de tijd zelfs tegen de acht. Joost was wat later vertrokken en gaf ons nog een waypoint van Enkhuizen door, aangezien het zicht matig was. Hij haalde ons echter net niet genoeg in om ons nog te kunnen zien varen.
Na enig zoeken aan de zuidkant van de sluis van Enkhuizen vonden we een mooi plekje waar we met de twee bootjes naast elkaar konden liggen.
Nu begon het pas echt te bezinken, wat een geweldige, vette boot hebben wij gekocht.
We hebben nog niet durven kruisen vanwege de gare wantspanners, maar wat een genot al om ruime wind te varen. We kunnen bijna niet wachten om verder te varen. Het scheelt dat het buiten koud en nat is, waardoor we toch maar eerst voor rust kiezen en morgen pas verder varen.
Fftjes hebben we het er nog over of we niet vast naar zuid Spanje ofzo zullen varen. Maar nee, we moeten gewoon nog even geduld hebben en dan kunnen we het volgend jaar gewoon goed doen.
Daan ging weer van boord, terug naar huis en wij aten wat met Joost en zijn opvarenden.
Het slapen verging mij goed in het vooronder, Marijn had wat meer moeite, maar dat kan ook aan de slechte wijn gelegen hebben.
De volgende ochtend stapte Lisa over van de Overwinning op de Deinemeid. Nu hadden we alweer een stuurautomaat, wat een luxe!
Deze dinsdag verliep met wat rustigere wind en af en toe zelfs een greintje zon. In de loop van de middag liepen we Amsterdam binnen. In de sixhaven kregen we een mooi plekje toegewezen, vrij vooraan met nog een beetje uitzicht over 't Ij. De havenmeester lijkt een erg aardige vrouw en we konden meteen een stroompje inprikken om de accu's weer goed verder door te laden.
Ik plakte mijn telefoonnummer op de ingang, we hebben de boel netjes opgeruimd en de boot tot snel gegroet.
Nu weer terug naar Harlingen, volgende boot naar Amsterdam brengen. :)


zondag 9 oktober 2011

Uitstel


Twee weken non stop rausen.
Gelukkig was de werfmeneer zo aardig ons een paar daagjes langer te laten blijven, anders hadden we morgen het water al in gemoeten.
We hebben een week lang met beitels het plastic teakdek eraf gekrabt en gestoken.
We hebben geprobeerd de orders van generaal Stig zo goed mogelijk op te volgen, of eigenlijk ging het zo:
Nee dat gaan we echt niet doen, toch?
Nee, zo super hoeven we het toch ook weer niet te hebben?
Weet je wel hoeveel werk dat is?
Ja, echt veel, maar ja misschien heeft ie wel gelijk...
Ja shit, hij heeft echt wel gelijk
Ja Olav weet heust wel waar hij over praat
We kunnen maar het beste doen wat hij zegt
Ja laten we het nou maar gewoon doen
...
O, wat fijn dat we naar Olav hebben geluisterd
Ja het is echt veel beter zo
Wat? Wat zegt ie nu weer?
Is het nog niet goed?
Nee, dat gaan we echt niet doen, toch?

(En begin maar weer bovenaan het versje)
Echt helemaal super, zoveel goed advies,
Olav bedankt!

Het dek was veels te hard om te schuren en de electrische schaaf was na een strookje van 20 cm al bot.
Dus er zat niets anders op. Met dank aan Matthijs en zijn timmervrienden, waar we steeds de beitels mochten slijpen, weegt de boot nu niet 300 kg meer door de gekochte beitels.
Maar uiteindelijk wel gelukt dus. Toen schuren, plamuren, schuren, plamuren en nu weer schuren.
Hopelijk nu goed genoeg.



De osmose gaatjes zitten dicht en met grote dank aan de hulp troepen van gister zit ook het hele onderwaterschip in de antifouling! (zie foto)

Nu nog vier daagjes te gaan voordat we weer 't water in moeten,
dus ik ga maar weer snel aan de slag.



zondag 25 september 2011










Er is nu een kleine week op het droge voorbij. We hebben een hoop gedaan, maar nog veel meer te doen. Er waren wat kleine pukkeltjes die wijzen op beginnende osmose. Om al het vocht daar uit te krijgen hebben we eerst met een beitel die blaasjes open gemaakt tot op het plastic en ook wat plastic verwijdert. Vervolgens een aantal keren afgespoten met aceton en toen meermalen goed warm geföhnd. We hebben de romp geschrobd en zoveel mogelijk haren en schelpen verwijderd. De spiegel hebben we met was behandeld en dat maakte zoveel verschil dat we nog twijfelen of we de gaan schilderen, alleen de reparaties schilderen en dan waxen of de reparaties met gelcoat repareren en dan waxen. Repareren met gelcoat schijnt het mooiste te zijn, maar wel moeilijk en best veel werk.
We hebben bijna de hele boot leeg gehaald. Een gehele barbecue kwam tevoorschijn, evenals bellenblaas, heerlijke shampoo, een extra marifoonantenne, 20 verschillende poetsmiddelen, zeekaarten ven het oostzee gebied, een stofzuiger uit 1950 vol met schimmel, radiootjes, reserve rubbers voor de pompen, reparatiekit voor een reddingsvlot, bouten, moeren, een complete doppenset, enz. enz...
Alle zeilen die aan boord lagen hebben we naar de schuur van de magic gebracht, maar eerst natuurlijk ff bekeken.
Ik verwachte:
Geel met groen, hier en daar een gat en vol met rafels.
Ik zag:
Wit of allerlei vrolijke kleurtjes,
zonder scheurtjes,
twee grootzeilen, twee genua's, een mooie genaker en een spi met een slurf.
Weer aan boord hebben we de vloer opengetrokken, dat was minder aangenaam.
Alles zit onder de olie en overal liggen slangen niet ergens of nergens naar toe gaan. Ik ben begonnen de boel in een kaart te tekenen, maar dat valt ook nog niet mee. De bedoeling is dat we zo weinig mogelijk slangen overhouden en misschien ook wat afsluiters en niet meer bruikbare meetpunten afdoppen. Het is lastig om alle olie weg te krijgen, aangezien we niet overal bij kunnen komen als we niet de dieseltank en motor weghalen. Maar we zijn er nog niet over uit of we dat wel gaan doen.
Je wil niet te fout te maken nu lui te zijn en daar later voor op je kloten te krijgen als op zee de bende toch niet goed bleek te zijn, maar je wil ook niet eeuwig verder gaan met alles wat je tegenkomt, want dan houdt het nooit op. Dan wordt je een eeuwige klusser en geloof me, daar zijn er al genoeg van. Mensen wiens boot nooit klaar genoeg is om te vertrekken, maar waarvan je weet dat dat ook nooit het geval gaat zijn, hoelang ze ook nog aan die boot werken. Met overigens als resultaat wel vaak prachtige, glimmende bootjes om naar te kijken.
De railing moest eraf omdat er nieuwe sikaflex in de schroefgaten moet om het lekken van boven te stoppen. Om alle voetjes van de railing te kunnen verwijderen hebben we de halve betimmering eruit geschroefd, geschroefd ja. De Deinemeid lijkt wel een bouwpakket, vrijwel ieder plekje waar je bij zou kunnen willen komen is te bereiken door een aantal schroefjes los te draaien en dan nog wat schroefjes los te draaien en dan nog wat uhm... schroefjes los te draaien. Maar goed, dan kan je dus wel overal bij zonder je betimmering te moeten slopen.

donderdag 22 september 2011

Maandag ochtend, brak van het verjaardagsfeest van gister, maar Marijns kinderen zijn een goede stok achter de deur om toch op tijd op te staan.
De sluis was aan het spuien dus er stond veels te weinig water in het slootje naar Bijko.
Gelukkig zijn we helemaal niet eigenwijs, dus met de dikste sleper uit de buurt toch door de blubber tot onder de kraan gekomen. Eenmaal uit ’t water zal de hoogte van de slikbergen goed te zien zijn, een halve meter met de kiel erin lijkt me nog zacht uitgedrukt, en geloof maar dat ik weet waar die hobbel lag, haha.
De werf bestaat uit een man van een jaar of veertig aangevuld met enthousiaste oudere mannen. Alles gaat op zijn gemak, geen geschreeuw, geen onnodig gepraat.
Eerst maken we alle verstagingen los en wordt de mast uit het dek getild, aan land kunnen we meten... 18 meter van boven tot onder. Op de vallen na ziet alles er goed uit.
Dan de boot uit het water, op de bok, op de kar, voor de trekker, in de loods.
We schrobben de mast, rommelen wat aan boord en besluiten naar huis te gaan om een planning voor de komende weken te maken.


Stuiterend en scheurend met de gehele familie van der Molen aan boord zijn we op weg naar Franeker, eindelijk is er weer tijd, eindelijk kunnen we d’r ophalen uit Franeker moddergat (no offence). Ja moddergat, want we liggen wel 30 centimeter met de kiel in de blubber.
Gelukkig heeft Heine een aardig motortje achter z’n zodiak ‘Sin Bad’ geplakt, dus met wat wijze tips van zijn zoon Roald van twee lukte het makkelijker dan verwachter om los te komen.
Een boot slepen blijkt ook een kunst, langszij blijkt niet te werken, we kunnen enkel in de richting van de berm varen. Maar als de speedboot zijn neus tegen de spiegel van de Deinemeid aanzet gaat het super. Een touwtje vast om ook af te kunnen remmen en we kunnen allebei sturen. Ik door de 12 ton onder mijn kont en Heine door paardenkrachten.
Als we Harlingen naderen blijkt dat het benzine tankje verdacht licht is geworden, zullen we dan maar ff bijvullen met het lege reservetankje? Ja dat is een goed idee.
We knopen de plastic dame vast voor het ondiepe slootje richting de werf waar we er morgen uit mogen en knijpen de laatste restjes uit de benzine slang om bij casa van der Molen de komen.
Met twee keer herstarten drijven we precies uit tot aan de voordeur. Als dat nog toeval is…
De eerste tocht loopt van Jirnsum naar Franeker.
Het lijkt in eerste instantie geen wereldreis, maar je moet niet vergeten dat de Deinemeid de afgelopen vijf jaar niet echt van huis is geweest, wat de kijk op de reis van Jirnsum naar Franeker misschien toch wat verandert.
Met twee paar gezonde natte voeten stappen we aan boord. We zullen vandaag in principe op de motor varen, aangezien Marijn de mast en verstaging nog niet helemaal vertrouwd.
De instructies luidden: eerst goed voorgloeien, een seconde of 30 en flink wat gas erbij, want de net gereviseerde brandstofpomp was wel ingebouwd maar niet afgesteld.
Na een aantal keren goed doorstarten lukte het dan toch. Pas op! Niet te snel het gas weer terug want dan is ie weer uit. Koelwater? Ja, koelwater. Dat is twee.
Nog wat wachten voor een sper bij leeuwarden die alleen voor pleziervaart geld, ja dat is dan toch ff wennen, maar goed, mooi tijd een emmer en een schrobber de regelen. Dus om zes uur is het meeste groen verandert in een kleur die beter bij het schip past.
Dan wordt de tocht vervolgd.
Natte voeten, vermoeidheid, regen en kou beginnen nu langzaam de grote 'we hebben net een boot gekocht extase’ te vervangen.
Maar tot nu toe gaat alles goed, dus we hebben er nog volop zin in.
Dan hoort Marijn een sissend geluid. Snel trekt hij het stuurboord bankje open om naar de motor te kunnen kijken, zijn hoofd verdwijnt in het bankje en een gedeelte van zijn bovenlichaam volgt.
Psjh...sjrr... Het koelwateraftapkraantje van de motor blijkt niet goed dicht te zitten. We zijn waarschijnlijk al heel wat koelwater verloren. We vullen het bij met wat water en koelvloeistof wat nog aan boord lag, maar het bleek niet genoeg. Motor aan de kook.
We maken een noodstop bij een militair terrein waar overal verboden aan te leggen borden staan. Nood breekt wet.
Daar mag je vast ook wel plassen, toch?
We vullen het koelwatersysteem op met buitenwater zonder stukjes, waarna we zonder al te veel problemen Franeker bereiken. Vriend Heine zorgt voor alcohol, eten, gezelligheid en dekens.
Nu weten we in ieder geval dat het bed lekker slaapt.

De hele nacht en ochtend worden gekenmerkt door stortbuien en windvlagen. We blijven nog even langer in bed liggen, maar willen dan toch echt graag verder naar Harlingen.
Door het doorstarten gaan de start accu's echter leeg, maar het leggen van een stroomdraadje lijkt geen oplossing te bieden. Heine komt met startkabels om de lichtaccu's door te kunnen lussen. Na enig gepruts lijkt de motor dan toch weer te lopen. Je moet echter wel gas blijven geven. Marijn zet de motor in zijn werk en wil weer gas geven. De morse hendel blijkt echter een losse slinger te zijn geworden. We knopen de Deinemeid maar weer ff vast. De tandwieltjes van de morse hendel blijken volledig verroest en daardoor dol geworden.
Uiteindelijk besluiten we om haar in Franeker achter te laten, we moesten namelijk eigenlijk al drie uur geleden in Harlingen zijn.
Dag boot, bedankt buurvrouw die op wil passen, dag bootje, tot snel.

Het Begin

We vonden d'r op marktplaats.
Hoeveel minder romantisch kan het zijn, maar minder mooi is ze er niet om.
12,85 meter lang en bijna vier meter brede heupen.
Er volgde bezoekjes, vragen, antwoorden, onderhandelingen, contracten, een hellingbeurt en betalingen. Toen was ze van ons.
Ze heette Klaas, naar Onno Klazinga, de eigenaar voor de vorige eigenaren, Harro en Klaas.
Maar Klaas wilde geen schip met zijn naam, dus ze heette Popey.....
Waarschijnlijk had ze al veel meer namen, ze is namelijk gebouwd op een Engelse marine werf, waar zes schepen van hetzelfde type, Philip 43, gebouwd schijnen te zijn.
Op facebook vond ik een site, toegewijd aan dit type schepen, waarop een discussie te lezen was over welke romp nou welke oorspronkelijke naam had. Er was er ook een met als naam 'naamloze romp', toch best verdrietig.
Naar wat ik gehoord heb, is het zo dat de werf na het zesde schip ermee opgehouden is, omdat de degelijkheid waarmee de schepen gebouwd werden zo prijzig was dat het hele idee niet uit kon.
Dit alles zou zich afgespeeld moeten hebben in het midden van de jaren zeventig.
Maar goed, een schip zonder naam is als een koe zonder koffie, dus na enig overleg:

Deinemeid.