zondag 28 december 2014



Na een bijna een jaar in Trinidad en Tobago gebivakkeerd te hebben voelt het bijna of we opnieuw aan onze reis beginnen. We weten ons nog voor kerstmis los te worstelen van onze lieve en bijzondere vrienden, hoewel ik afscheid nemen nooit leuk ga vinden vrees ik. Als we uiteindelijk de boca uitvaren de Caribische zee op, lijkt het of ik me alweer in een nieuwe wereld bevind. Woonboot, Trinidad, op zee, hoeveel levens kan je tegelijkertijd leiden? Het valt me op dat het switchen me steeds makkelijker af gaat. Na een dag of twee lijkt al het andere zo verschrikkelijk ver weg. Hoewel ik nog steeds af en toe over PVC leidingen droom, hetgeen me een bewijs van verbintenis tussen mijn verschillende levens lijkt. Maar goed, het is wel duidelijk dat ik weer tijd heb om na te denken. We zijn dan ook al weer heerlijk aan het zeilen!



De zee is vrij hobbelig van Trinidad naar Grenada, waarschijnlijk om maar meteen goed ingeslingerd te worden. Het is wel mooi bezeild en er staat ruim wind genoeg. Als we net Grenada aan de horizon zien verschijnen, zien we voor ons in het water een lijn van zeewier zover je kan kijken. We kunnen dan ook niet anders dan er dwars doorheen varen. De lijn is slechts een centimeter of 20 breed. Aan deze kant van de lijn is het water duidelijk donkergroenig. Op het moment dat we de lijn gepasseerd zijn, wordt het water direct diep helder blauw. Wat een kleur! We vermoeden dat hier echt de invloed van de Orinoko rivier ophoudt.


Ruim voor het donker komen we aan in Prickly bay. Ik was van tevoren gewaarschuwd dat het erg druk zou zijn. Er liggen dan ook best wat boten. Toch heerst er een soort rust, die zich over het hele eiland verspreidt lijkt te hebben. Wat een verschil met Trinidad! Zo dicht bij elkaar, maar zo anders. Geen partyboten, een zeer behulpzame douane officier, geen groten speakers, maar ook geen feestjes waar je zomaar voor wordt uitgenodigd al ben je een volstrekt vreemde.


Nadat we de volgende ochtend hebben ingeklaard (op maandag is het goedkoper dan op zondag), varen naar een baai aan de westkust van het eiland. Het is een paar uurtjes varen naar St. Georges, de hoofdstad van Grenada, waar een vriend van ons, Miguel de vrolijke Spanjaard ligt. We kijken wat rond in de stad en gaan met Miguel naar het happy hour van de marina. Nog een groot verschik met Trinidad is de rumpunch. Drie drankjes en gevloerd! Of het de speciale combi van rummetjes is, de knalroze kers die erin drijft of de verse nootmuskaat, waar het eiland beroemd om is, blijft onduidelijk.


We hebben de smaak van het zeilen echter weer te pakken en laten Grenada al weer achter ons. Hoewel er hier vast nog veel meer te ontdekken valt. Als je wilt kan je er decennia over doen om enkel de Carieb te doorkruisen. Op de laatste avond zijn er zware gesprekken aan de bar over reizen en loslaten versus heimwee en het verzorgen van je wortels. Blijkbaar ben ik niet de enige met dit dilemma. Interessant is wel dat twee ervaren zeilers met compleet tegenovergestelde verhalen komen. Uiteindelijk moet je het toch altijd zelf weer uitzoeken. Je hebt zoals altijd weer gelijk opa!



Genoeg om op het water over na te denken dus. We kruisen erop los, pakken de windshifts en zeilen tegen de schemering Tyrrel bay op Carriacou binnen. Voldaan drinken we een biertje in de kuip en lachen om de maffe Duitse buren, die heerlijk staan te feesten en dansen en er zo te zien al heel wat op hebben. Gelukkig houden ze van goede muziek!




Carriacou is een klein eilandje, met zo'n 7000 inwoners. Het is ongelofelijk hoe vrolijk en ontspannen de mensen hier zijn. Het is duidelijk dat ze hier aan toeristen gewend zijn, maar dat het hier verpest is, zou geen moment in mijn gedachten opkomen. We nemen een busje naar de andere kant van het eiland. Een paar oude zeemannen zitten rum te drinken in een barretje aan het strand. Naast het barretje is een stukje land waarop houten zeilboten gebouwd worden. Eentje om te racen, eentje om vracht mee te varen. Hier doen ze het gewoon nog! We zien een zeilend vrachtschip voor het strand liggen dat we ook op Grenada hadden gezien. Toen waren ze aan het laden. Bier, fris, snacks. Waarschijnlijk is het flesje cranwater dat ik in mijn hand heb door die boot hiernaartoe gebracht. Een van de oude mannen vertelt over zijn tijd als zeeman. Hij is ook in Rotterdam geweest, verteld hij trots. Waarna we verschillende plaatsen op de wereld bespreken en waar ze ook al weer liggen. Als het aan hem ligt zijn we nog wel ff onderweg!



maandag 25 augustus 2014





Het is nog donker als we de boot zeilklaar maken. Het voelt bijna alsof we stiekem vertrekken. Als we tussen de boca's (drie kleine onbewoonde eilandjes tussen Trinidad en Venezuela) zitten wordt het langzaam licht. Met goede moed motoren we een uurtje tot de luwte van de nacht verdwijnt en de voorspelde zuidoostelijke wind ons naar Tobago zal blazen. We varen in de neer onder Trinidad en schieten lekker op. Helaas blijft de wind zwak en moeten we toch een keer het kanaal tussen Trinidad en Tobago oversteken, waar het erg hard de verkeerde kant op stroomt. Al met al wordt het meer een motorzeiltochtje dan een zeiltocht. Maar eigenlijk vinden we het wel best zo en mister Perkins komt ook weer eens aan zijn uurtjes.
Op Tobago is het nog precies als in onze herinnering, zo niet beter. Het is koeler en droger dan in Trinidad, het water is helder en schoon, gevuld met prachtige dieren. We chillen op het witte strand onder de palmbomen en hebben het idee dat we in het paradijs zijn aangekomen. De mensen zijn ook hier erg vriendelijk, doch afstandelijker. In Trinidad zit je iedere avond weer bij een andere lime (feestje), in Tobago doen ze het wat rustiger aan. Eigenlijk vinden we dat wel ff prettig. We voelen ons een stuk fitter als er niet iedere avond rum en Caribs gedronken worden.
Helaas moeten Jari en Isa al weer snel terug naar Nederland. Aangezien de rechter zowel Marijn als hun moeder een taakstraf heeft opgelegd, moet er eerst een ander plan komen om ze wat langer mee te kunnen nemen. Nederland is namelijk een van de twee landen ter wereld waar geen leerplicht, maar schoolplicht heerst.

Als Jari en Isa gevlogen zijn scharrelen we door naar een baaitje om de hoek, Mount Irvine. De sfeer is compleet anders. In tegenstelling tot Store Bay is het hier erg rustig en gebeurd er niet al te veel. Ook onder water ziet het leven er compleet verschillend uit en dat terwijl beide baaien slechts 6 mijl uit elkaar liggen. In de baai ligt nog een andere Nederlandse boot. Het is een houten kotter met een familietje erop. De moeder, Marije, is erg fan van suppen. Met suppen sta je op een surfboard met een peddel in plaats van dat je erop ligt en met je armen roeit. De locals zijn erg onder de indruk, want ze pakt ieder golfje dat in deze beroemde surfbaai voorbijkomt.
Met beide boten varen we een paar dagen laten weer terug naar Store Bay. Marijn gaat leren duiken. Al na de eerste lesdag is duidelijk dat hij er een nieuwe passie bij heeft. Op een duik ziet hij zelfs een grote schildpad, een twee meter lange haai en een gigantische manta rog. Ik ben verschrikkelijk jaloers, maar ook blij dat hij het zo leuk vindt, zodat we straks lekker samen kunnen gaan duiken.
De baai loopt vol met grote motorcruisers. Het is het weekend van de 'great race'. De snelste speedboten uit Trinidad en omgeving scheuren van Trinidad naar Tobago. Voor onze boot varen ze nog een klein parcours, waarna ze doorvaren naar Scarborough. De eigenaren blijken zich echter bij ons in de baai te verzamelen voor het feest. Voor we het weten ligt de baai vol met eilandjes van aan elkaar geknoopte boten. 's Avonds ontkomen we er niet aan en op de boot van de eigenaar van de winnende boot worden we ondergedompeld in Trinistyle party. Rum ohne ende, dansen tot je er bij neer valt, vrouwen in bikini's, mannen met dikke buiken en te veel geld en onderwater lampen die de zee omtoveren tot een privézwembad. We genieten van dit filmscenario. De volgende ochtend om 7 uur zijn de Trini's al weer vol aan het feesten, wij moeten echter verstek laten gaan. Tegen een Trini valt niet te feesten, dat leg je sowieso af!


zondag 3 augustus 2014










De Trini ontdekkingsreis gaat voort. We hebben met Norman

afgesproken in het centrum van Port of Spain. Na alle beangstigende
verhalen die we gehoord hebben, vinden we het daadwerkelijk een beetje spannend. Een vriendelijke oude Ier die we wat helpen met zijn bootje dat hij net heeft gekocht, geeft ons een lift naar Normans kantoor. Norman is volgens de mensen van TTSA de beste zeiler van Trinidad, maar naast dat hij zeilkwaliteiten heeft, kan hij vooral ook goed cuatro spelen. Enthousiast geworden door zijn vrolijke calypso's, gaan we nu met z;n allen een cuatro kopen. Zonder al te veel gedoe, komen we met de mooiste cuatro in een tas weer naar  buiten. Norman is druk en alweer onderweg naar zijn volgende afspraak.
Wij hebben echter nog wel zin om een beetje meer van Port of Spain te zien. We lopen de winkelstraat uit en voelen ons zeker niet onvelig. Als je maar in druk bevolkte gebieden blijft, lijkt het devies. Hongerig duiken we een kelder in waar doubles verkocht zouden worden. Binnen blijkt de verkoper echter meer geinteresseerd in zijn televisie, dan in het verkopen van doubles. Aan de andere kant van de kantine staan twee dames Caribisch voedsel te bereiden. We besluiten een gokje te wagen en worden dik beloond. Heerlijke broodvruchten, rijst, pasta, callalou en dumplings staan op het menu. We krijgen alle vier een bord zó vol, dat we denken het nooit op te kunnen. Met een overvolle buik, maar praktisch leeg bord, verlaten we echter de kelder. Wat was dat lekker!
Terug bij de boot wil iedereen ons leren hoe we de cuatro moeten bespelen. En vele jam- en oefensessies volgen nog.


In het weekend gaan we mee naar een georganiseerd reisje naar een strandje in de buurt. Maar voordat we gaan zwemmen maken we een wandeling door het regenwoud. We zien papagaaien en twee verschillende soorten apen!
Bij een van de muzieksessies leren we een familie kennen, die ons uitnodigt mee te gaan naar een strand aan de noordkust, Las Cuevas. Met iedere excursie wordt beter duidelijk wat Trinidad eigenlijk allemaal te bieden heeft. Je moet alleen wat verder gaan dan de maxitaxi routes om de plekjes te vinden. Als je het eiland echt goed wil leren kennen, heb je hier eigenlijk een auto nodig. Gelukkig hebben wij steeds meer vrienden met auto's en zien we zo de meest prachtige plekje.

De tropische storm Bertha is ondertussen voorbij getrokken en alweer bijna onderweg richting de azoren. Grappig dat orkanen dezelfde route kiezen als cruisers. Gelukkig meestal wel in het andere seizoen.
Ook Jari en Isa moeten volgende week alweer terug naar Nederland voor school. Als er geen nieuwe storm ontstaan op korte termijn zullen we daarom dinsdag eindelijk naar Tobago zeilen.

dinsdag 22 juli 2014



Het regent al de hele dag, de lucht is donkergrijs en de hemel wordt verlicht met bliksemflitsen. Het gerucht dat het regenseizoen niet meer bestaat wordt steeds minder geloofwaardig. We spelen Elfenland en kijken een filmpje. Morgen is er een funrace naar een eilandje, zo'n 9 mijl verderop. We hebben ons ook ingeschreven en hopen vurig dat het weer morgen beter is. 
Als het 's ochtends licht wordt zijn de wolken vertrokken. Er staat weinig wind en we leggen de spinnaker en gennakers klaar. Het is heerlijk om weer te zeilen met de Deinemeid. Dat was toch zeker een maand of 5 geleden! De race blijkt wel een erg hoog fun gehalte te hebben. Ondanks dat het door DE racegoeroe van Trinidad is georganiseerd, gaat bij hem als eerste de motor aan. De barbeque blijkt een hogere prioriteit te hebben. Wij hebben geen haast en als er weer een zuchtje wind komt, zeilen we rustig verder.
De barbeque is een groot feest. Naast voldoende eten en drinken hebben veel mensen hun muziekinstrument meegenomen. De mooiste wordt door de eigenaar een trashpan genoemd. Het doet denken aan een steelpan, maar bestaat uit vele kleine blikjes waar voorheen bonen, sap of groenten in hebben gezeten. Door de blikjes te verwarmen en met een hamer te bewerken heeft ieder blikje zijn eigen toon. De man blijkt een ware artiest. Het is bijna onmogelijk om stil te blijven staan als hij speelt.
Als het grootste feest voorbij is, is ineens iedereen verdwenen. Er ligt een boot bij ons langszij geknoopt, maar er is niemand meer aan boord. Alle boten zijn teruggevaren of hebben om het hoekje een wat beschuttere baai opgezocht. Op het eilandje waar we liggen werden vroeger  leprapatienten gestald, om besmetting te voorkomen. Nu is het verlaten en vind je er half geruineerde huizen en vooral grote bergen met vuilnis. Hoewel dat normaal lijkt voor heel Trinidad.

Als we ons net een beetje verlaten beginnen te voelen, komen de eerste bezoekers al met hun bijboot vanaf de baai om de hoek. Ineens zit de kuip vol met mensen. Gelukkig blijft het droog en tot in de nacht wordt er gepraat, gelachen en vooral heel veel muziek gemaakt. Het instrument is nu een quatro, een soort klein gitaartje, waar calypso overheen gezongen wordt. Calypso liedjes hebben een erg grappige tekst en een vrolijke melodie.
De volgende ochtend staat er een mooie wind en we krijgen een prachtige show van grote grijze dolfijnen en roze vlekken op hun lichaam. Dit zeilen smaakt duidelijk naar meer. Helaas kunnen we nog niet naar Tobago of Grenada, ivm met depressies op de atlantische oceaan, die mogelijk een orkaan zouden kunnen vormen. Tot die voorbij zijn blijven we dus nog even genieten van de Trini-gezelligheid.

vrijdag 18 juli 2014


Daar staan we dan, met z'n allen in de rij voor customs en immigration op Tobago.
Er staan zo'n twintig Japanners voor ons en de Caribische administratie bestaat hier uit papieren met daarop zo veel mogelijk stempels. Hoewel we bijna drie uur overstap tijd hebben, redden we de aansluiting naar Trinidad maar net. Uitgeput, maar opgelucht dat er hier geen vliegtuigen uit de lucht geschoten worden komen we aan in Port of Spain. Het  is al donker en eenmaal op de boot schuiven we de ergste troep opzij en kruipen ernaast in bed. De eerste dagen is het nog wennen aan de hitte, het ritme en elkaar, maar al snel lijkt het of we nooit zijn weggeweest. 
We hebben gereserveerd bij een werf die Powerboats heet. Het terrein is verdeeld in twee delen; een deel met grote stalen rekken waar de speedboten met een gigantische heftruck ingeparkeerd worden en een groot veld met zeilschepen. Ons doel is om binnen 5 dagen het onderwaterschip te repareren (het akkefietje met de Tobegiaanse visserman), de pokken te verwijderen en flink wat lagen antifouling aan te brengen.
Vooral het verwijderen van de pokken is een tijdrovende bezigheid. Met natschuurpapier en een waterslang proberen we zoveel mogelijk pokken en oude verflagen te verwijderen. Gelukkig helpt de hele bemanning mee en is de Deinemeid binnen twee dagen klaar om geschilderd te worden. 


's Middags eten we overheerlijke roti bij een klein blauw huisje. Als je te laat bent is het al op. Er lopen een soort leguanen rond. Ze zijn fel groen van kleur en hebben lange staarten. Wonderbaarlijk genoeg  is het vooramelijk droog en het werk vordert snel. We hebben zelfs nog tijd om naar een feest te gaan, waar de verliezers finale van het WK wordt gekeken. Iedereen is voor Brazilie, maar gelukkig wint Nederland. Het feest in bij een Engelse man, die geadopteerd is door Trini's. Zijn vrouw heeft het huis ontworpen. Het lijkt wel of we in een MTV programma terecht zijn gekomen. Er zijn meerdere gasten kamers, met allemaal hun eigen badkamer en sauna. Er is een jacuzzi en een zwembad dat overloopt in een waterval. De bar is goed voorzien en biedt uitzicht over de golf van Paria. Isa kan er zich wel wat bij voorstellen en voelt zich meteen thuis.
Als de vijfde dag is aangebroken zijn we klaar om in het water te gaan. Met minder toeren en dubbele snelheid tuffen we terug naar TTSA. TTSA is de jachtclub van de locals hier. Het is er bijna altijd gezellig, betaalbaar en, niet onbelangrijk, ze hebben een zwembad! Met een voldaan gevoel laten we het anker neer. De deinemeid wordt steeds meer weer een boot, heel fijn.



maandag 3 februari 2014



De cultuurshock is groot, maar heerlijk. Aan het geluid van de subwoofers is niet te ontkomen. Als we door de straat lopen komt de een na de andere rijdende geluidsinstallatie voorbij, als we ergens wat gaan eten of drinken ontbreekt het zeker niet aan een lekker muziekje en als we dan zelf aan boord nog eens een liedje op willen zetten, reageert de kustwacht door er met 30 dB overheen te blazen. Gelukkig hebben de Tobago-ers een goede muzieksmaak. En als snel kennen we de laatste hits allemaal uit ons hoofd en zingen ze mee terwijl we door de straat heen bouncen.
Met z'n allen gaan we naar een strandje aan de loefkant, waar goede wind staat.
Jari en Isa kiten met Bram mee op zijn rug en maken vette sprongen!

Samen met Carel zeilen we van Scarborough naar Castara, waar ze een huisje hebben gehuurd. Het is een mooi tochtje, met genoeg wind, wat caraibische buien en dolfijnen komen we aan in een mooie baai met een gezellig dorpje, fijne mensen en een prima strandje.
Hier willen we wel even blijven en weer lekker sterk worden, na de toch wat uitputtende oversteek.
Het onderwater leven is mooi, we zien veel roggen, angel vissen en zelfs schildpadden.
Met Carel maak ik nog wat spannende duiken in naam van de wetenschap, met weinig zicht en lucht, maar zeker een goede ervaring.


Na het zwemmen in het kleine zwembadje bij Carel en Eida's huisje krijgt Isa ontzettend last van haar ogen. Na een hoop spoelen, met water en later met melk wordt het al wat beter. Als ze weer wakker wordt na een middagslaapje lijkt het ergste voorbij. Gelukkig kunnen we 's avonds gezellig met ze allen naar de drumvoorstelling. Mooie, gespierde, bruine rastamannen trommelen er flink op los. Aan het einde van het concert wordt er een stok gepakt en de limbo contest is begonnen. In eerste instantie lijkt er weinig animo, maar langzaam maar zeker komen er steeds meer deelnemers bij. Ook ik ontkomt er niet aan. De hoofdprijs is een fles rum, dus aan motivatie ontbreekt het niet. En het ontdenkbare gebeurt dan ook: ik, Sanne Bast, koninging der stijfheid en lompe bewegingen, win de limbo contest! Dat ik dat nog mag meemaken in mijn leventje.

Als de luitjes weer naar Nederland moeten om te werken, is het tijd om weer een nieuw ankerplekje te zoeken.
We komen in Charlotteville, Pirates Bay, waar de zwel net wat minder naar binnenloopt. Ook ligt hier een Nederlandse boot, de Maris, met twee kinderen waar Jari en Isa het goed mee kunnen vinden.
Naast deze mensen vrienden hebben zich ook meerdere pilootvissen bij onze boot verzamelt. Deze vissen kleven zich normaal vast aan haaien, maar bij gebrek aan beter plakken ze zich vast aan onze boot. Op zich geen probleem, ze eten alle restjes en zelfs poep is eerder weg dan het boven komt drijven!
Een van deze vissen lijkt een haakje door zijn kop te hebben gehad, want steeds als wij willen gaan zwemmen denkt hij dat wij een haai zijn en lijkt zich aan ons vast te willen kleven.
Jari doopt hem 'el Piloto Loco'. Gelukkig gaat hij er na een paar dagen weer vandoor, zodat we weer lekker rond de boot kunnen zwemmen.
We maken een vuurtje samen met nog drie families. De franse nemen een eigen gebakken verse baguette mee, wij hebben salade en hummus, de oostenrijkers komen met heerlijke crackertjes en de andere hollanders hebben worstjes en sap. Dan ziet een van de kinderen een krabbetje. Maar zodra iemand de zaklamp op het krabbetje richt, blijkt deze wel erg op een schildpad te lijken. Voor we het weten is het strand bezaaid met baby schildpadjes. Ze worden ijverig in bakjes gezet en naar de zee begeleid. Wat een ongelovelijke belevenis!
In het stadje is en roti tentje, gerund door lieve mensen, waar ze heerlijk eten maken. Boodschappen doen is simpel hier. Er is keus uit drie groenten, vijf soorten bonen en twee soorten bier. Er zijn wel tientallen soorten frisdank, de ene smaak nog chemischer en sterker van kleur dan de andere. We gaan naar de waterfallen in Argyle, waar je in zoetwater kan zwemmen en je rug kan laten masseren door de zwaarte kracht. Omdat we vroeg zijn, zijn we helemaal alleen in dit prachtige gebied. Wel apart is dat overal vuilnis van  bezoekers ligt. Toevallig hebben we een grote warte vuilniszak bij ons en eenmaal weer beneden is hij bijna niet meer te tillen zo zwaar.
Van Pirates Bay varen we heerlijk voor de wind naar store bay, waar we de dagen zwemmend en snorkelend in het gladde, heldere water verbrengen.

Marijn heeft besloten dat hij mee gaat werken aan een grote tuigklus. We zullen dus een plek voor de boot moeten vinden, waar we haar een tijdje alleen kunnen laten. Echt fijn is dat zeker niet, maar het hoort er wel een beetje bij. We besluiten naar Trinidad te varen om daar een goede plek te vinden. Ik hoop dat ze zich daar thuis zal voelen en we iemand kunnen vinden die een beetje op 'r wil passen.

Na een prachtige rustige oversteek naar het grote moeder eiland komen we aan bij de plek waar de Deinemeid voorlopig fftjes zal blijven. De mensen zijn ontzettend vriendelijk en geven ons een onvoorstelbaar warm welkom. Nu is het tijd haar voor te bereiden op een tijdje niet zeilen. Op naar Nederland, maar per luchtsigaar in plaats van door het water.

dinsdag 7 januari 2014

Een reisje met vertrekdatum vrijdag de dertiende


We liggen al lang te wachten op een goed vertrek moment. Als het weerbericht dan ook eindelijk noordoosten wind geeft, staan we te popelen om weg te gaan.  De gribfiles geven dan wel een goede windkracht zes, maar dan schiet het tenminste lekker op, denken we.
Natuurlijk verbiedt ieder bijgeloof je op deze 13e, die ook nog eens een vrijdag is, te vertrekken. Maar wij besluiten dat we daar niet aan doen en gooien we de touwen los. Het eerste stukje is er erg weinig wind, maar langzaam trekt deze aan. Eerst reven we het grootzeil, daarna halen we  het maar helemaal weg.
De prachtige besneeuwde piek van de Teide piekt boven de wolken uit. De wind blijft maar doortrekken, is dit nou de beruchte tunnelwind? Het duurt niet lang of we varen enkel nog op ons stormfokje. We gaan 7,5 knoop en de windmeter geeft voor een paar uur windkracht negen aan. Wat een wind! Zolang we in het bereik van de Teide zijn blijft de wind staan, alsof hij zo van de berg komt vallen. Zodra we een tiental mijlen ervan verwijderd zijn neemt de wind wat af.
Met windkracht 6 op de gewone fok schieten we lekker op. Marijn ziet de volgende dag een enorme walvis en hoewel de zee ruig blijft hebben we goede moed. Het heeft lang zuidwest gewaaid, de zee zal wel een paar dagen de tijd nodig hebben om zich te settelen.
Het is maandagochtend heel vroeg als we plots dwars op de wind liggen. Het blijkt dat het roertje van de windvaan los is, gelukkig is hij goed geborgd. Ik stuur tot het licht is en dan maar weer met een tuigje achter de kont. De golven en wind zijn echter nog flink en zelfs voor top en takel gaan we nog vier knopen. Marijn probeert de boot zo ver mogelijk op te sturen om de gang er wat uit te krijgen. Af en toe ga ik kopje onder in de golven, maar gelukkig zit ik goed vast en lukt het me om bij de kont geklemd te blijven. Uiteindelijk lukt het dan gelukkig om het roertje er weer op te krijgen. De borgring van de borgpen was doorgeroest, maar die hebben we nu door een rvs nieuwe vervangen. Nu de hydrovane zijn werk weer doet kruip ik uitgeput mijn bedje in.
Als ik wakker wordt is er een spectaculaire dolfijnenshow, in het heldere water zie je de dolfijnen in de golven achter ons liggen terwijl ze zich voorbereiden op prachtige sprongen, salto's en pirouettes. Het zijn er wel een stuk of honderd en ze lijken van alle kanten te komen. Pas een uur of twee later trekken ze weer verder.
's Avonds trekt de wind weer aan tot zeven Beaufort. We verruilen de fok voor de stormfok om het een beetje normaal te houden. Van tijd tot tijd rolt er een breker de kuip in waarna je tot boven je navel in het water zit. Gelukkig loopt de kuip aardig goed leeg en loopt er niet te veel water door naar binnen. Met een minuutje pompen zijn we weer droog. Toch bevorderd dit het energie level niet en Jari en Isa hebben veel moeite hun eten binnen te houden.  We komen een vrachtschip tegen dat ons graag wil helpen met een weerbericht. Het zou beter moeten worden, maar eerst is er nog kans op een woestijnstorm.

De volgende dag wordt dat dan ook duidelijk. Zo ruig als de zee nu is hadden we haar nog niet. We sturen veel zelf of sturen anders in ieder geval bij om de golven zo gunstig mogelijk in te laten komen. Als ik achterom kijk zie ik plots een enorme golf op me af komen, jeetje wat moet ik nu doen! In een reflex stuur ik de kont erin, de golf trekt ons in zijn bijna holle binnenkant en het lijkt of de punt naar beneden wijst, dan wordt de Deinemeid op haar bakboordszijde gelegd en begint vet te loeven. Zo scheef zijn we nog nooit gegaan! Het water kolkt door het gangboord en spoelt zo de kuip in. Ik zit tot mijn borst in het water en houd me goed vast. Als het water wat wegstroomt merk ik dat ik zit te trillen van de adrenaline. Dit was nou een freakwave, denk ik. Marijn is uit zijn bed gesmeten en heeft zijn ribben bezeerd. Jari en Isa liggen gelukkig in ons bed in het vooronder en vermaken zit alsof er geen sprake van storm is. 
De hemel is roze en het dek ligt bezaaid met heel fijn rossig zand. Marijn komt ff bij me zitten en als de volgende grote golf achterop komt, surft de Deinemeid er op mee. Aan beide kanten van de boot ontstaat een muur van water, recht omhoog gespoten, van minstens zes meter lang en twee meter hoog. Ik denk aan Mozes die bij de zee komt, welke dan voor hem wijkt. Dat moet er ook ongeveer zo uitgezien hebben. Wat een krachten, ongelofelijk indrukwekkend!
De volgende dagen krijgen we nog een dikke bak wind over ons heen. Het waait de hele tijd zeven tot acht en twee keer weer een aantal uren negen Beaufort.
We beginnen nu echt moe te worden en hopen met alles wat we in ons hebben op wat beter weer met minder golven en minder wind. In ieder geval heeft de stormfok zijn diensten bewezen. En dan te bedenken dat we de tussenstag voor de oversteek nog bijna weg hadden gehaald!
Tijdens mijn wacht twijfel ik vaak of ik wel mag fluiten. Volgens zeemans bijgeloof roep je daarmee harde wind op, het is daardoor voorbehouden aan de kok, waar het niet voor zou gelden. Ik benoem mezelf daarom bij ieder gesmeerd broodje tot kok en hoop daarmee mijn straf te ontlopen. Ik was toch niet bijgelovig?
Tijdens de nachtwacht komen de meest prachtige plaatjes voorbij. Naast ontelbare sterren en een prachtige maan zie ik zelfs een regenboog door het maanlicht!


Na een week onstuimig weer, lijkt het eindelijk wat beter te worden. De zee wordt rustiger en de wind neemt af naar vijf tot zes. We proberen wat bij te slapen en weer in het normale wachtritme te komen. Langzaam wordt het weer mogelijk om wat beter te eten en wat meer te slapen. Marijn durft geen voorspelling meer te doen over schapenwolkjes en glooiende deining. Alles lijkt in de war. Na Biskaje zit je goed, als je Finisterre voorbij bent is het weer altijd goed, op de Canarische eilanden regent het nooit, vanaf 20 graden NB zit je zelfs 's nachts in je bikini.... toch zit ik in mijn zeilbroek, met een dikke trui en jas erover. Misschien moeten we gewoon maar stoppen met het aannemen van zulke voorspellingen.
SANNE!! SANNE!! Ik dacht dat ik wakker was, maar blijkbaar was dat niet zo. Isa komt me halen, want er is iets met het roer. Even vrezen we dat het hele roer verdwenen is, maar god zij dank is slechts de las op de spi die het helmhout aan het roer bevestigd houdt gebroken. Iedereen helpt mee om het luik in de kuipvloer open te krijgen en dwars op de gelukkig wat rustiger geworden zee klemt Marijn de nodige tie-raps om de as en de spie. We komen er met de schrik vanaf. We zagen onszelf er nog twee weken langer over doen, allerlei touwen achter de boot aanslepend. Gelukkig is dat alles niet nodig.
Met oud en nieuw proberen we met z'n allen wakker te blijven. Hoewel t niet lukte om oliebollen te bakken, aangezien de zee weer ouderwets hoog is en van alle komt, is er tenminste niemand aan het kotsen, in tegenstelling tot vorig jaar. We luisteren muziekjes en kijken James Bond. De rest van de nacht vechten we beurtelings tegen de slaap tot het eindelijk weer licht wordt na een hele donkere nacht op het stormfokje.

Naast de vliegende vissen, die ons al twee weken begeleiden, en een vogeltjes dat ons trouw is en de hele oversteek met ons mee vliegt, zijn er steeds meer andere vogels te zien. Ook komen er weer dolfijn, grote gevlekte.
Nu beginnen we echt in de buurt te komen. Mijn ouders wachten al op ons op Tobago en de nog te zeilen afstand is steeds beter te bevatten.

Het wordt nu ook zaak het tijdstip van aankomst te gaan bepalen. We willen in ieder geval met licht de haven van Scarborough aanlopen. We beslissen gas te geven en voor twee januari te gaan. Gelukkig zit het weer mee en met zeven knopen en de fok te loevert stuiven we de goede kant op. De volgende dag om 15.39 uur zien we dan ook echt land! En drie kwartier voordat het donker wordt laten we het anker zakken in de om bij Scarborough. Carel, Eida en Bram staan ons al lachend toe te zwaaien op de steiger. Ik moet nog snel ff het water in om een visnet uit de schroef te snijden dat we waarschijnlijk al sinds de Spaanse territoriale wateren met ons mee hebben gesleept. We hadden al zo'n vermoeden, aangezien de schroefas zo stil was. Maar nu we ineens geen gas meer konden geven werd het echt duidelijk.
Dan kunnen we echt aan land en ons waggelend richting de douane begeven. Gelukkig hebben de Basties echte landbenen om ons wat overeind te houden!
De indrukken van het eiland zijn overweldigend, de geuren, de mensen die je vrolijk toeroepen, de scheurende auto's... En wat fijn dat er hier gewoon mensen op ons zitten te wachten! Vanavond wordt het vast heerlijk slapen, lekker samen en gewoon kunnen blijven liggen tot t weer licht wordt. In ieder geval hebben we de komende tijd de mogelijkheid alles eens goed te over denken en te herbeleven. 
En of het nu slim was om op vrijdag de dertiende de vertrekken?....