zondag 15 februari 2015


Het is nog heel vroeg als we anker op gaan in Bequia. In de luwte van het eiland draait de wind alle kanten op. In het zeegat begint de wind echter wat stabieler te worden en met de sokken er goed in stevenen we op St. Vincent af. Eenmaal onder St. Vincent beginnen we te twijfelen of we er wel goed aan doen dit eiland te laten liggen. Knalgroene regenwouden groeien op indrukwekkende bergen, omgeven door diepe dalen. Toch houden we ons bij het plan en zeilen onder dit prachtige eiland door naar het volgende zeegat. Als we net in het zeegat tussen St. Vincent en St. Lucia zitten wordt de lucht donkergrijs, de wind blaast al stevig en we trekken er nog een rifje bij. We zien een boot omkeren, een catamaran die waarschijnlijk moe is van het tegen de golven inbatsen. Gelukkig gaat dat met onze boot een stuk beter. Nu beginnen er om ons heen kleine pluimstaartjes uit de wolken te komen, beginnende windhoosjes. We hopen dat ze niet verder ontwikkelen tot een waterhoos, in ieder geval niet bij ons in de buurt. En dat gebeurt ook niet. Als deze grote bui voorbij is, komen de Pythons uit de duisternis te voorschijn. De Pythons zijn twee gigantische bergtoppen (voor Caribische begrippen) die je aan de zuidkant van het eiland opstaan te wachten als de bewakers van een fort. Nu wordt het weer, weer mooi. St. Lucia biedt ons bescherming tegen de deining van de oceaan, maar de wind laat ons dit keer niet in de steek. In ideale omstandigheden zeilen we verder richting de baai die we op het oog hebben. De zon staat al laag als we daar aankomen. De baai is echter overvol met boten, daar hebben we eigenlijk helemaal geen zin in. We besluiten nog wat door te varen en komen net na zonsondergang aan in de noordelijkste baai van St. Lucia. Het is prachtig en we genieten van het uitzicht vanaf de boot.


Na een nachtje slapen gaat het anker er al weer uit en varen we verder naar Martinique. Het weer is heerlijk en voor we het weten komen we aan in de baai aan de zuidkant van het eiland: Cul de Sac de Marin, ofterwijl 'zak d'r maar in', zoals Marijn het noemt. De haveningang ligt vol met visboeitjes, waardoor we zeker weten dat we weer in Frankrijk zijn. We kruisen heerlijk de diepe baai in en gaan dan aan land. Daar wordt duidelijk dat niet alleen de 'fishing lane' je aan Frankrijk doet denken. De taal, de mensen, de auto's, het stokbrood, de waren in de supermarkt, als je niet beter wist zou je werkelijk denken dat je in Frankrijk bent. We doen vet inkopen en genieten van betaalbare en lekkere producten.



Als we de volgende dag naar Fort de France, de hoofdstad van Martinique, willen zeilen, wordt duidelijk dat dit niet alleen maar Frankrijk is. Lange, smalle, sloepachtige boten met grote gekleurde zeilen varen een wedstrijd in de baai en het hele dorp is uitgelopen. De boten hebben geen echte kiel en om te zorgen dat ze niet omslaan zijn ze met heel veel mensen in de boot die allemaal een stok bij zich hebben. Deze stok steken ze aan lij ergens onder en klimmen dan over de stok naar ver buiten de boot aan loef. Zo proberen ze er voor te zorgen dat ze niet omkiepelen. En dat kunnen ze goed! Het is een spectaculair en vrolijk gezicht. Als de laatste boten terugkeren gooien we los en varen naar de westkust van Martinique. Het weer is prachtig en heerlijk rustig. We hebben het zo heet dat we ons naast de boot door het water laten slepen. Wel te gek dat de Deinemeid ook met weinig wind nog zo hard gaat!





Vroeger was de hoofdstad St. Pierre, maar bij een grote vulkaanuitbarsting in 1902 is die hele stad weggevaagd, waarna Fort de France als hoofdstad werd benoemd. De pilot die we lezen is niet zo enthousiast over Fort de France, maar wij vinden het eigenlijk wel leuk daar. Het is een stuk rustiger dan in 'zak d'r maar in' en de stad loopt niet enkel op toerisme maar leeft zijn eigen leven. Er staan aardig wat oude gebouwen in de stad, waarvan één de bibliotheek is. Het verhaal achter dit gebouw is echter heel anders dan je zou verwachten. Hoewel het gebouwd is in 1889, stond het hier toen nog niet. Het gebouw stond oorspronkelijk in Parijs voor een grote expositie. Toen de expositie voorbij was hebben ze het weer afgebroken, naar Martinique verscheept en hier weer opgebouwd! In Fort de France staat ook een oud fort. Dat is echter nog steeds in gebruik als Marine basis en daarom niet te bezoeken. Verder zijn er heel veel winkeltjes met dezelfde goedkope carnavalskleren in de aanbieding. We slenteren door de stad tot we genoeg hebben van de 'city-life'.




De baai van Fort de France is een heel stuk groter dan alleen het stuk water bij de stad en we besluiten de boel te gaan verkennen. We varen wel een week rond in dit zoute 'meer'. We willen nog graag wat duikspullen regelen, zodat we niet afhankelijk zijn van diveshops om te kunnen duiken. Ik dacht een baaitje op de kaart gevonden te hebben dat daar aardig bij in de buurt lag, met het windje in de rug varen we naar Gros Ilet. We moeten goed opletten, want het zit hier vol met ondieptes en het water is troebel. We zijn dus afhankelijk boeitjes en gebruiken alle navigatieapparaten die we hebben tegelijkertijd. Als we uiteindelijk voor anker gaan ziet het er heel anders uit dan ik gedacht had, maar onvoorstelbaar mooi en rustig. We zouden hier wel een week kunnen blijven liggen en gewoon niets doen denk ik. Aan land is niet veel te zien, behalve een boerderij met een paar koeien en een enorm stuk land en een soort fabriek met een steigertje ervoor. De volgende dag gaan we met goede moed richting het steigertje, waar we een verlaten stuk land verwachten en misschien zelfs een waakse hond. Als we dichterbij komen ziet de steiger er nieuwer uit dan we hadden verwacht, overal liggen stenen en dakpannen, waarschijnlijk dus een aardewerk fabriek. Als we na een halfuurtje roeien van het steigertje aflopen, staan we ineens midden in een ouderwets pottenbakkers dorp. Overal lopen toeristen en er zijn barretjes en souvenirshops. We houden het niet meer van het lachen, dit was wel het laatste wat we hadden verwacht. Hoe iets er zo anders uit kan zien vanaf een afstandje! We liften naar de duikwinkel en komen volledig voorzien weer terug. Nu we de juiste gebaren om 'faire du stop' te doen in Martinique kennen, gaat het steeds beter. We komen bijzondere en vriendelijke mensen tegen, onder wie een Martinees met wie we Duits praten, aangezien hij een tijdje in Duitsland heeft gewerkt. Dat is fijn, want hoewel ons Frans al beter wordt, zijn diepgaande gesprekken toch echt te veel gevraagd. De mensen zijn wereldwijzer dan op de zuidelijkere eilanden, maar ook Europeser in hun manier van leven. Er wordt beduidend minder gelachen en gedeeld en mensen zijn niet zo open. Het is echt net of je in Frankrijk bent.


We bezoeken nog een paar mooie plekjes en gaan dan weer terug naar 'zak d'r maar in' om water te halen en nog wat boodschapjes te doen. Ook is dit een goed vertrekpunt om naar de oostkust te gaan, waar we erg naar uitkijken. Het schijnt daar erg mooi te zijn. We halen uiteindelijk geen water omdat er een lange rij boten ligt te wachten voor de steiger, we doen wel nog wat boodschappen en ontmoeten een leuke Nederlander, Gerard, die met zijn vrouw een hotel in Duitsland heeft voor motorrijders. Zijn vrouw moest echter terug naar Nederland om bankzaken te regelen aangezien ze in St. Lucia geskimd waren. Ze staan nu natuurlijk rood, maar de Rabobank wil niets voor ze doen als ze niet eerst weer op nul staan. Lekker verhaal maar weer.


We vertrekken vroeg, zodat we met de zon hoog aan de hemel op de lastigste plekken zullen zijn. Marijn heeft een mooi trappetje in het want geknoopt, zodat we vanuit de mast de ondieptes kunnen zoeken en zo vermijden op de klippen te lopen. Het water is indrukwekkend helder op zee, maar wordt troebeler zodra je binnen de riffen komt. Hier neemt de deining echter wel snel af. Zo vinden we aan de loefkant van het eiland een heerlijk rustig ankerplekje naast een huis waar je normaal alleen maar van kan dromen. Het heeft een mooie grote tuin, een veranda aan zowel de Atlantische kant, als de beschutte kant en een mooie steiger om je boot aan te leggen. Er is niemand thuis dus we sneupen ongegeneerd in de rondte. Aan de andere kant van het eilandje blijkt nog een huisje te staan, waar een visserman en zijn zoon wonen. Ze lopen in hun blote kont en poepen in het water. Waarschijnlijk hebben ze geen wc en als ze die zouden hebben gaat ie waarschijnlijk ook gewoon het water in, net als op de boot. We proberen nog contact te maken, maar als ze ons na drie keer roepen nog niet horen besluiten we weer om te keren en ze met rust te laten.


Marijn probeert wat te surfen met de oude plank die we vorig week gekocht hebben, maar net als hij het weer wat onder de knie lijkt te krijgen, breekt de carbon mast. We vermoeden dat de combinatie van mast en zeil niet goed is, maar besluiten niet weer helemaal terug te zeilen, hopelijk kunnen we het oplossen op Guadeloupe.


De volgende baai die we aandoen heet de Schatbaai met daarvoor een eilandje genaamd Schateiland. We worden overspoeld met flashbacks uit de stripboekenserie van Roodbaard. Ook hier is de entree een hele kunst, in een dubbele S-bocht glippen we de baai in. De baai schijnt zijn naam te hebben verworven door een landheer die op de berg woonde. Hij lokte schepen onder valse voorwendselen de baai in. Die liepen vervolgens op de klippen, waarna hij de buit in beslag nam. Daarnaast verwerkte deze man suikerriet en de ruïnes zijn nog te bezoeken.


Ik denk dat dit de mooiste ankerplek is waar ik ooit ben geweest. We gooien een hekanker overboord en ik zwem met een lang touw naar de kant. Dat touw binden we vast aan een mangrove en zo liggen we een paar meter met de kop van het strand. Ik twijfel of ik hier ooit nog wel weg wil! De baai is prachtig en beschut. Er loopt een wandelroute langs het strandje die door de mangroves naar het oostpuntje van het schiereiland gaat. Het is zo verschrikkelijk mooi dat ik wel uren door blijf lopen. We kijken ook bij de ruïnes van het huis van de gemene man.











In deze prachtige baai is natuurlijk geen internet, maar aangezien we toch van alles moeten regelen gaan we ons dus toch weer wat meer richting de bewoonde wereld begeven. We willen namelijk heel graag dat Jari en Isa met de voorjaarsvakantie kunnen komen, maar in een land als Nederland is daar nogal wat administratieve rompslomp mee begaan. Sterker nog, als het aan de letter van de wet of de leerplichtambtenaar van Harlingen licht, mogen ze helemaal niet langskomen. Een paar dagen niet op school schijnt veel erger te zijn dan je vader een half jaar niet te kunnen zien. Maar goed. Na een hoop gedoe krijgen ze alsnog toestemming van hun school, die tot 10 dagen eigen bevoegdheid heeft om hierover te beslissen.
In de baai liggen wat lokale jachtjes en motorboten aan moorings. Het blijkt een watersport clubje met een tennisbaan te zijn. Ons water is op en gelukkig krijgen we hier wat water, zodat we in ieder geval weer kunnen koken. Het landschap straalt enorme rust uit en er staat een idyllisch boerderijtje met heel bijzondere koeien. We kunnen lopend naar een dorpje aan de andere kan van het schiereiland, waar we wat kunnen internetten. We ontmoetten een gedesillusioneerde rastaman, een vrouw vol met bultjes als een octopus en een kletsgrage visserman.


Om uit te klaren liften we naar Trinité, een wat grotere stad verder naar het westen. Hier kunnen we ook verse groenten en fruit krijgen.



Martinique is zo mooi, alles is net wat beter geregeld dan op veel andere eilanden, er is veel minder armoede en het is er veilig. We nemen voor nu afscheid van Martinique, maar het zal me niets verbazen als we hier nog eens terugkomen. Ik hou van Martinique!

1 opmerking:

  1. Super Bowl Lock Bets - Legalbet.co.kr 메리트 카지노 고객센터 메리트 카지노 고객센터 matchpoint matchpoint sbobet ทางเข้า sbobet ทางเข้า 8592Best Casino Bets No Deposit Bonus - konicasino.com

    BeantwoordenVerwijderen