donderdag 12 december 2013

Santa Cruz Tenerife is een vrij grote stad met vooral heel veel mode winkeltjes.
De zoektocht naar een zwembroek is in deze tijd van het jaar echter een grote opgave. Hoewel de winkels bulken van de mutsen, handschoenen en sjaals (het is hier immers maar 24 graden Celsius!), vind je op zijn best een Speedo ballenknijper op de sportafdeling, maar zie die een 13 jarige jongen maar eens aan te laten trekken.
De redding kwam op zondag.
Iedere zondag lijkt het hier wel Koninginnedag. Een gebied ter grote van heel Harlingen centrum is bezaaid met kraampjes en kleedjes, waar zowel oude rommel, zelf gemaakte kunststukken als 'van de wagen gevallen' merk artikelen verkocht worden. Waarbij je bij deze laatste niet verbaasd moet staan als de letters waarmee het merk wordt aangegeven er al voor de eerste wasbeurt zijn afgevallen.
Gelukkig bevonden zich onder het kraamvolk ook mensen die van hun jongenszwembroeken afwilden, die wij ze in dank afnamen.
In de haven is het aangenaam vertoeven, zolang het weer droog is. Als het echter geregend heeft, spoelt alle rommel van het eiland via een rivier keurig de haven in. Waarna de haven stinkt als een riool en er overal plastic, olie en takken drijven. Wel opvallend is hoe mooi schoon de eerst zo smerige betonnen rivierbodem eruit ziet na zo een regenbui.
Op de mooie dagen gaan we met bus 910 naar naar Playa Teresitas, waar je heerlijk kan zwemmen, zonnen, lummelen, snorkelen en zelfs baantjes trekken.
De douche bij de haven wordt verwarmd met zonnewarmte, wat betekent dat je op zonnige dagen heerlijk heet kan douchen, maar dat je op koele grijze dagen slechts een koude plens kan verwachten.
Het is duidelijk dat de mensen hier niet gewend zijn aan dit weer. Hoewel Isa en ik als echte Hollanders in onze korte broek door de regen stappen, sluiten er winkels en zijn er zelfs scholen dicht in verband met dit 'noodweer'. De televisies, die hier in ieder cafeetje en restaurant hangen en ook altijd aanstaan, zenden beelden uit van de 'termentor' die Tenerife in zijn greep heeft. Wij hebben grote lol als we vervolgens de schokkende beelden van een overstromende putdeksel, een waterstroompje op de weg en een ingestort muurtje van een meter hoog en twee meter breed zien. Toch fijn als dit hier 'code rood' is.
Langzamerhand begin ik me toch wat zorgen te maken over het tijdstip van aankomst op Tobago. Mijn vader, moeder en broertje komen ons daar bezoeken, maar als we hier nog lang blijven komen we pas aan als zij al weer vertrokken zijn. Het blijkt maar weer hoe moeilijk het is om afspraken te maken onderweg.
De moed zakt me bijna in mijn schoenen bij het nieuwe weerbericht, het lijkt wel nog eens tien dagen te gaan duren! En ik heb me nog wel zo verschrikkelijk verheugd om ze straks weer te zien! Even overweeg ik om morgen dan maar naar Nederland te vliegen om iedereen weer ff te zien, en mijn oma een dikke knuffel te kunnen geven. Ik besluit er toch nog maar een nachtje over te slapen. Wonder boven wonder ziet alles er de volgende dag al veel beter uit! Misschien kunnen we over vier dagen al weg! Dan hebben we met een beetje geluk nog een goede week samen op Tobago! Ineens gaat alles heel snel. De plannen om de Teide te beklimmen worden aan de kant gezet. We ruimen de boot op, poetsen binnen en buiten, doen enorm grote boodschappen en gooien de tanks vol.
Het lijkt nu echt zo ver, morgen is het vrijdag de dertiende, en gaan wij vertrekken voor een oversteek van 3000 mijl naar Tobago. Als we veel geluk hebben zouden we dat in drie weken kunnen redden.
We vinden het allemaal spannend, maar hebben vooral ook heel erg veel zin om straks onderweg te zijn.
Het zou dus wel eventjes kunnen duren tot het volgende berichtje weer wordt gepost!

dinsdag 3 december 2013


Na een gezellige week met Kapitein Kooistra, brengen we Anne met de boot terug naar Arrecife. Na een vrij rustig tochtje varen we naar de ankerplaats. Netjes zoals die op de kaart staat aangegeven. Als we daar aankomen blijkt er echter een enorme marina in aanbouw te zijn. Overal lopen druk werkende bouwvakkers rond met gereedschap, ondersteund door graafmachines, betonmolens en aggregaten.
Dit is vast niet de mooie ankerplek die de Amerikaan van gisteravond me aanbeval. Het is even slikken, zo na het heerlijk rustige, idyllische Graciosa, maar we besluiten toch maar te blijven. In ieder geval vandaag. Arrecife blijkt een leuke stad en de haven is toch niet zo erg als hij op het eerste gezicht leek.
We blijven een goede week, klussen aan de boot en bevoorraden goed voor als Jari en Isa er straks zijn.


Tussendoor wordt de hele haven nog uitgenodigd voor een feest. We worden met de bus naar een zusterhaven gebracht en krijgen daar van alles te eten en te drinken. Daarnaast houdt de familie die de haven exploiteert een toespraak en ook Jimmy Cornell, voor velen een cruise-goeroe, wil wat vertellen. Naast dat hij zicht wel erg druk maakt over een paar fluisterende mensen achterin, heeft hij een mooi verhaal. Corneel is een van de mede oprichters van de ARC, waarin heel veel boten samen de oversteek naar de Carieb varen. Nu is dat aardig uit de klauwen gelopen event geworden, dat erg duur is en niet meer om de gezelligheid draait waar het volgens Cornell allemaal om begonnen was. Vandaar dat hij zich afgescheiden en een nieuwe organisatie heeft opgezet, die draait om duurzaamheid, gezelligheid, betaalbaarheid en gezinnen. Zo zijn alle boten met kinderen vrijgesteld van contributie.

We halen Heine, Andrea, Finn, Roald, Jari en Isa op en wonder boven wonder passen we met z'n allen in het kleine Citroentje dat we gehuurd hebben.
De overtocht terug naar Graciosa bracht een hoop kotsende kindertjes met zich mee. Gelukkig was dat alles snel vergeten zodra we aangekomen waren.

We genieten van een paar heerlijke stranddagen en maken een begin met het schoolprogramma.


Dan komt er een depressie aan, die ons doet besluiten vast richting Tenerife te gaan, om niet te lang vast te liggen op Graciosa.
De overtocht naar Tenerife is vrij ruig, met knotsige golven en af en toe harde wind.
Een bijzonder gezicht is het boven de wolken uitsteken van de Teide, de grootse berg van Spanje en west Europa. Zullen we die misschien nog gaan beklimmen? Er schijnt zelfs sneeuw op de top te liggen!
In de haven vinden we een onthutste havenmeester die niet snapt dat we aan de meeste afgelegen steiger, zonder stroom willen liggen en daarnaast twee grote boten vol met Harlingers. Haha, ben je hier, kom je de halve chartervloot tegen.
We zwaaien de Regina Maris uit, die gaat al oversteken.

Helaas liggen wij hier nog wel even vast. Het is maar de vraag of we zelfs nog wel op Gomera zullen komen. Alweer liggen er drie lage drukgebieden in de rij voor ons. Hetgeen hoogst ongebruikelijk is in deze tijd van het jaar. Maar goed, er is weinig of eigenlijk niets aan te doen. We doen iedere ochtend vier uur school en verkennen de stad. Het regent, regent en regent. He kleine slootje dat door de stad loopt verandert in een grote, snelstromende rivier. De haven loopt vol met alle troep die het water van het eiland af met zich mee heeft gesleurd en het is al snel niet meer denkbaar dat we gister nog in dit water hebben gezwommen. Boeken worden verslonden als verse tosti's, en de tosti's als spannende boeken.
Hoelang zouden we hier nog blijven? Met het laatste weerbericht als motivatie voor dat antwoord duurt dat nog wel eventjes. Maar zo is het ook gewoon, dingen gaan zoals ze gaan en het is zoals het is. Ook al is dat een vrij lege zin, toch zit er wat wijsheid in. Gelukkig moeten we weinig en kunnen we kiezen waarheen en wanneer, in tegenstelling tot de grote charters, zoals de Regina Maris, die zich aan een strak schema moeten houden. Daardoor zullen ze veel tegenwind hebben en hele stukken moeten motoren, zodat ze op tijd bij het volgende agendapunt arriveren.
Ik vermaak me wel, beetje knutselen, leren, chillen en het eiland verkennen. En dan mag het wel regenen, maar met 24 graden in mijn korte broek heb ik daar weinig last van!

zaterdag 9 november 2013

We liggen al anderhalve week te wachten op beter weer, terwijl de een na de andere storm over ons heen trekt. Gelukkig is Baiona een fijne plek en vermaken we ons prima. Als er dan eindelijk een weerbericht wordt gegeven dat gunstig is om naar het zuiden te gaan, wordt er niet getreuzeld de boot klaar te maken voor vertrek. Het weerbericht ziet er zo goed uit dat we besluiten in een keer naar de Canarische eilanden de varen als alles meezit. We hopen niet weer vast te komen zitten in meteorologische depressies. We vertrekken maandag middag, met nog een flinke deining van 6 meter en een stevig windje. Wat een golven, erg indrukwekkend! We kruisen de baai uit en blijven op veilige afstand van de enorme brekers, die als witte muren van kolkend schuim de baais grenzen aangeven. Geleerd van de vorige keer heb ik gister niet gedronken, hoewel het erg gezellig was bij het afscheid-etentje dat we hadden. Toch gaat het nu wel dusdanig te keer dat m'n buik heb niet meer helemaal leuk vindt. Het voelt goed eindelijk weer eens wat mijlen te maken. We gaan keihard! Met dik zeven knopen gaan we op naar de warmte, hopen we. We surfen van de golven af en beklimmen berg na berg. Dan gaat het mis, de windvaan is weer los. Hoe goed de Hydrovane het ook doet, de constructie is echt te licht voor grotere schepen in ruiger weer. Maar wat doen we nou? We zijn al een heel eind uit de kust gevaren in de hoop op rustiger water en hebben niet zo veel zin om weer drie dagen te verliezen en wie weet straks weer ergens geparkeerd te liggen, terwijl de noordelijke wind ons nu zo mooi de goede kans op blaast. We besluiten dan ook om gewoon door te varen en dan maar zelf te moeten sturen. Een week sturen! Na goed, ik probeer er niet te veel over na te denken en het me maar gewoon te laten overkomen. In plaats van lezen wordt het hard werken, want de zee blijft ruig, de wind hard en dus vraagt het sturen een voortdurende scherpe aandacht. Het aparte is dat het me eigenlijk meevalt, ik dacht dat ik helemaal niet van sturen hield, maar nu het zo inspannend is, is er in ieder geval geen tijd om je te vervelen. Ergens heeft het zelfs wel iets, alsof je in een soort trans komt. Mijn gedachten nemen de vrije loop en verassen me met hun inhoud. Ik had gedacht dat ik op zee zou nadenken over oplossingen voor problemen, plannen voor de toekomst of misschien zelfs wat filosofische denkbeelden zou vormen. In plaats daarvan is mijn hoofd vol met mensen. Mensen die ooit in mijn leven een rol hebben gespeeld, oude vrienden, familie, mensen met wie ik heb gewerkt. Of het nu de zee is, alle machtige indrukken, of het ver weg zijn van iedereen, ik weet het niet, maar ik begin me steeds meer te beseffen hoeveel bepaalde mensen voor me betekenen en betekend hebben. Er rijzen bergen plannen om brieven te schrijven en kaartjes te sturen. Hoewel ik eigenlijk wel weet dat ik de meeste van die plannen weer zal laten varen als we weer aan land zijn, heb ik de meeste brieven in mijn hoofd al wel geschreven. Dag na dag gaat voorbij. Het leven bestaat uit drie uur sturen, een half uurtje zeilen bijstellen en Marijn installeren op de stuurstand, dan met wat geluk twee uurtjes slapen, opstaan en het begint weer opnieuw. De zee blijft ruig, maar de zon schijnt en iedere dag lijkt het een graadje warmer te worden. Marijn ziet twee enorme walvissen. De vallende sterren zijn niet meer te tellen. Dan lijkt midden in de nacht ineens iemand de zon aan te doen voor een seconde ofzo, waarna ik een komeet-achtig verschijnsel aan de hemel zie die een spoor achterlaat in de kleuren van de regenboog. Wauw! Wat een pracht gezichten hier op zee. Als de zon ondergaat staan aan de overkant stralen de lucht in te pronken, alsof hij daar meteen weer opkomt. We gaan zo hard dat we het er bijna niet over durven te hebben in de angst dat de wind uitgaat en we plots liggen te dobberen. Toch tot een mijl of 60 voor Lanzarote blijft ze staan. Maar dan, uit het niets gaat de wind binnen tien minuten van windkracht zes tot zeven naar bijna niks. We worden als een speelbal heen en weer geslingerd. Het is moeilijk je nog te orinteren en we starten de motor om weer wat gang te maken en daarmee wat stabiliteit op de golven. We zijn allebei kapot en wisselen elkaar wat vaker af om een powernap te kunnen doen. Het regent. Ik bedenk me dat het misschien niet waar is, het mooie weer. Misschien bestaat het gewoon niet zoals het je vaak voorgeschilderd wordt. Misschien zijn er, naast economische, ook meteorologische vluchtelingen. We krijgen een beeld voorgeschilderd van een land hier ver vandaan, waar het altijd lekker warm is, ze zon schijnt en mooie wind staat. Maar als je er bent blijkt het toch aanzienlijk minder voor het grijpen te liggen dan in de brochure. Dan wordt het eindelijk weer licht en wordt de nog af te leggen afstand weer begrijpelijk. Nog twintig mijltjes te gaan. Maar wel met vier knoopjes, op de motor, dit keer, in plaats van zeven knopen. Hoe snel je aan die snelheden gewend kan raken! Langs de rots van het oosten, komen we bij de geul tussen Lanzarote en Graciosa. De vulkanische kust is kaal en dor, maar prachtig en indrukwekkend. De wind valt van de bergen op Lanzarote af en verrast ons, een kussen vliegt heen. In de regen gaan we voor anker, het regent hier gemiddeld eens in de maand. Daarna begint het flink te waaien en golven. Ik lig nog de hele nacht wakker, ook al ben ik doodmoe, maar het geeft niet. We hebben het weer gehaald, het was een machtig mooie overtocht en ik hoef deze nacht niet alleen in mijn bedje te liggen, wat wens je je nog meer. Hoewel ik eerlijk moet zeggen dat als de volgende dag het zonnetje schijnt en we in het water springen om een week niet douchen van ons af te spoelen, ik nauwelijks meer kan stoppen met lachen. Wat is dit heerlijk, het water is gewoon niet koud! Voorlopig blijven we hier op Graciosa. Anne komt nog op bezoek, de hele familie van der Molen komt langs en die nemen dan ook eindelijk Jari en Isa mee, die dan bijna drie maanden aan boord zullen blijven. Tijd dus om ruimte te scheppen en op te ruimen. Gelukkig lukt het ons de windvaan weer aardig in model te krijgen. De as bleek aardig krom, maar met wat geweld hebben we hem zelf weer aardig terug kunnen buigen. Helaas blijkt een Hydrovane toch niet gemaakt voor wat grotere, zwaardere boten in ruigere omstandigheden. Hoewel hij prima blijft sturen is de bevestiging van de, naar ik meen, A Bracket, gewoon te zwak. We zullen zelf een versteviging moeten bouwen om te zorgen dat hij niet weer los kan gaan, want ik kan ik niet voorstellen dat we de derde keer weer het geluk zullen hebben dat we hem zo makkelijk we kunnen repareren. Als we aan land gaan op Graciosa is het gene dat het meest opvalt, dat er niets is! De weg bestaat uit een zandpad waar af en toe een jeep overheen rijdt, of een verdwaalde mountainbiker. In het dorp staan wat witte vierkante blokken, waar de mensen in wonen. En het postkantoor is een uurtje per dag geopend. De mensen zijn ontzettend vriendelijk en ontspannen. Het lijkt of de stress hier nog niet is uitgevonden. Hoe compleet verschillend van het beeld van de Canarische eilanden dat mij werd geschetst door menigeen is dit eiland! Tijd om te ontspannen, te snorkelen en te genieten van het heerlijke weer! Lang leve Isla Graciosa!

maandag 21 oktober 2013


Er heerst lichte onrust onder zeilers. Het lijkt er toch op dat er niet aan de voorspelde zuiderstorm te ontkomen is. Als we nu dan maar heel vroeg weggaan, dan zijn we hopelijk in ieder geval om finisterre heen voordat het los gaat...
Om 5 uur 's ochtends gooien we los en met weinig wind varen we de goede kant op. Hoewel de straffe noordoostenwind is gaan liggen, staan er nog flinke golven. Gecombineerd met een restje sangria, nog in maag van de vorige avond, vormen ze een onaangenaam duo. Dat nooit weer, beloof ik mezelf, in de hoop dit voorlopig niet te vergeten.
We proberen te zeilen met de wind die er is, een aantal andere schepen komt volop op de motor achter ons aan en verdwijnen vervolgens aan de horizon. We blijven mooi uit de kant, zo met die hoge deining en geen wind. Beter wat klotsen op open zee dan naast een dikke branding.
Als de avond valt komen de dolfijnen ons weer opzoeken. Het bezoek van deze vrolijke 'vrienden' maakt het aanzienlijk minder erg dat we weer moeten motoren om niet achteruit te varen. We willen namelijk wel graag opschieten, zodat we in ieder geval om kaap finisterre heen zijn voordat de harde wind komt.
Als die in de middag van de volgende dag dan ook opsteekt, zijn we erg blij dat we ria d'Arousa in kunnen vluchten. Op zoek naar een geschikte ankerplaats vinden we het stadje St. Xulian. Met een mooie beschutte baai voor zuidenwind, althans, zo lijkt het op de kaart.




Een paar van de mosselpontons waar ria d'Arousa vol mee ligt
Beschut blijkt inderdaad geen probleem, de wind lijkt haast wel volkomen verdwenen. Om hier te komen varen door een zee van mosselpontons. Het lijkt wel of iedere inwoner hier zijn eigen bootje en ponton heeft om van rond te komen. Dat dit voor de meesten geen vetpot is, is duidelijk te zien als we door het stadje lopen. Er staan een hoop vervallen, leegstaande gebouwen en de inkopen van de locals lijken te bestaan uit koekjes en water.
De baai waar we het anker uiteindelijk laten zakken, is gevuld met de vissersschepen van deze mensen. Meer dan honder boten liggen aan moorings te wachten tot het weer ochtend is. 's Avonds zingt een visserman spaanse klaagliederen en de volgende morgen trekt de hele vloot erop uit om voor de siesta dan ook weer terug te zijn van hun dagelijkse tocht naar hun panton en weer terug. Opvallend is dat er een aantal dikke speedboten rond varen, 'snachts zonder licht en een paar viskotters lijken zich veel beter onderhoud te kunnen veroorloven. Ook blijkt dat sommige vissers zelfs in een dikke mercedes rijden. Een aantal zaken lijken hier misschien niet helemaal volgens te wet te gaan...

Hoewel een het een waardevolle belevenis is, zo'n volkomen andere ankerplaats, besluiten we de volgende dag toch op zoek te gaan naar een wat rustigere plaats.
Die vinden we in Pobra de Caraminal, waar we in het cafe kunnen internetten om te weerberichten te bekijken. Ook zien we hier de grote 'flipper' dolfijnen. Die zijn toch net weer ff anders! Wat een grote dieren, die kleintje leken nog om te knuffelen, maar voor deze krijg ik het gevoel van ontzag dat vergelijkbaar is met het ontzag voor een walvis.


Helaas blijkt de zuidenwind langer te blijven staan dan gehoopt en ook verder naar beneden gekropen dan verwacht. De belofte dat je er bent als je maar om 'het hoekje' bent gevaren, blijkt dit keer niet op de gaan. Zover als de voorspellingen gaan, blijven ze ongunstig. En als het ene laag voorbij lijkt te trekken, sluit er eentje aan achterin de rij om hem weer op te vullen en van nieuwe kracht te voorzien.
Toch vinden we een klein weergaatje om van ria d'Arousa naar ria de Vigo te piepen.
We nemen de binnendoor route, tussen de eilanden voor de kust en de kust zelf door. Deze is zeker prachtig, maar ook spannend zonder wind en wederom met een flinke deining.

Wat me blijft verbazen is hoe de vissers met het water omgaan. Ik zag verschillende vissers hun lege pakje drinken in de ria overboord gooien, ook lag de kust bezaaid met vuil dat grotendeels oude visserijrommel betrof. Ik zou denken, zeker met deze 'kleinschalige' vissers, dat ze wel beter op hun 'eigen' stukje water zouden passen. Dat is immers hun bron van inkomsten! Maar helaas blijken veel vissers dit niet zo te zien. Wat ook bijzonder is, is dat overal boeitjes met visnetten liggen, en dan bedoel ik met overal; in de havenmond, in het verkeersscheidingsstelsel, midden op zee, midden in de ria, in smalle doorvaartroutes, enzovoorts. Alsof de zee van hen is planten ze hem vol, trekken ze hem leeg en dumpen hun troep erin. Ik snap dat dit een beetje generaliserend is, en er zullen vast vissers zijn die het anders doen, maar wat ik net omschreven heb is echt onmogelijk om te missen als je hier rondvaart.

Speciaal voor oom Carel
We zijn ook al twee zeilschepen tegengekomen die visgerei in hun schroef hadden gekregen.
De een was zijn schroef kwijt en had een kromme schroefas, de ander mist nu een vingertop, die tijdens het ontwarren van het touw klem kwam te zitten. De boeitjes of jerrycans zijn niet verlicht en zelfs overdag vaak moeilijk te zien.
Gelukkig komen wij met enkel een beetje zeewier in de schroef aan in Cangas, een plaatsje in het begin van ria de Vigo. We besluiten hier lekker te gaan slapen, zeker omdat de wind weer uit is gegaan. We slapen diep en dromen van de branding.
Na de volgende ochtend een dik uur gezocht te hebben naar een bakker, kom ik erachter dat die hier pas om 10 uur open gaan. Haha, hoe anders die kleine dingen kunnen zijn. Wel open voor acht uur zijn namelijk de kapper, de slager, de groenteboer, de markthal...
Een nederlander van een ander schip had ons als tip gegeven achter de brug bij Vigo te ankeren, op weg daar naartoe vinden we de stad toch wel erg stads en de snelweg ook wel erg snelweg, waarop we omdraaien richting de baai van Bayona.
In Bayona komen we onze Engelse vrienden  en Wicky en Sven weer tegen. Het is hier mooi en heerlijk rustig.

Carel en Eida komen op bezoek.
We zouden een stuk gaan zeilen, daarom vliegen ze heen naar Porto en terug vanuit Lissabon.
Het ontvoorstelbare lage drukgebied blijft echt volharden en lijkt door een eindeloze rij laagjes steeds weer opgevuld (of beter misschien leeggezogen) te worden. Voorlopig gaan we dus nergens heen. Het regent veel en waait kneiterhard! Gelukkig hebben Carel en Eida een mooie auto gehuurd en kunnen we zo leuke dagtripjes maken. Als we terugkomen kunnen we bijna niet meer tegen de wind inlopen! Eenmaal op de boot pak ik de windmeter en meet windkracht negen! En dan liggen wij beschut in de baai. Wat ben ik blij dat we niet buiten op zee zitten, maar goed vastgeknoopt liggen hier in Bayona.
Voorlopig moeten we dus maar even genieten van de omgeving, en Carel en Eida kunnen Lissabon verkennen per auto.

vrijdag 11 oktober 2013

Camaret sur mer is een bourgondisch frans stadje, waar je duidelijk kan zien dat mensen van eten, drinken en lachen houden. Gedurende de hele dag zie je mensen borden vol mosselen verorberen met grote lazen wijn ernaast.

Voor aan een mooring liggen schijn je hier dik te moeten betalen, dus we gaan lekker achter ons eigen anker liggen in de baai voor het strand. Naast ons ligt een klein engels bootje, ik denk ruim 8 meter, met een jong stel aan boord. Al snel raken we aan de praat en het blijken hele leuke mensen te zijn. Alex en Kate wilden eigenlijk een zelfvoorzienend boerderijtje in griekenland gaan beginnen, maar kregen onverwachts zoveel plezier in het zeilen dat ze besloten dat nog even uit te stellen tot na de wereldreis die ze nu willen gaan maken. Ook zij hebben de helft van de apparatuur nog niet aangesloten en klussen en flink op los tussen de zeiltochten door. De hoffelijkheid van een engelsman kenmerkt de twee en er is geen zin die niet eindigd op thank you. Ze zijn beide zendamateurs, IT-ers en vet slim.

Aangezien we hier wat langer blijven stuurt Carel me een pakketje met studieboeken en scheepspapieren op dat er uiterlijk donderdag zou moeten zijn. Woensdag is er echter al een bericht dat de aflevering mislukt is. Geen briefje achtergelaten op het adres, en geen nieuwe bezorgpoging die volgt. Als we zaterdag dan toch echt weer weg willen, sta ik vroeg op om op het postkantoor te staan zodra het open gaat. Onderweg kom ik de postbode tegen bij het adres waar het pakketje bezorgd zou moeten worden, maar hij zegt van niets te weten, hoewel hij me graag wil helpen. Ook op het postkantoor zegt de dame nog niets te hebben ontvangen. Als ik haar uitleg dat het echt haast heeft, aangezien we vanmiddag weer vertrekken met de boot, probeert ze toch nog het een en ander voor me te doen, maar met de nummers die ik heb kan ze niks.
Het blijkt dat het een ander bedrijf is, genaamd chronopost, dat het pakketje zou
moeten bezorgen. Wederom toevallig komt net een bezorgjongen van chronopost het postkantoor binnenlopen. In eerste instantie zegt ook hij niets te weten, maar nadat ik zijn geheugen wat opgefrist heb verandert er iets in zijn blik, alsof hij een foutje gemaakt heeft. Maar misschien is dat slecht mijn subjectieve waarneming. In ieder geval hoef ik nu niet meer zelf naar het franse servicenummer te bellen, maar belt hijzelf direct naar het depot in Brest. Het pakketje blijkt daar te liggen en vandaag niet meer deze kant op te komen. Wel kan ik het zelf ophalen, als ik er voor twee uur ben, want dan is iedereen naar huis. Het is dan kwart over elf. Er gaan drie bussen per dag van Camaret naar Brest, een om 7 uur in de ochtend, een om één uur 's middags en  dan nog een 's avonds. Dat gaat hem dus niet worden. Met goede moed en als laatste optie, om toch maar de scheepspapieren in handen te krijgen, steek ik mijn duim uit langs de weg die naar Brest gaat. Al snel stopt er een auto en zo 'faire du stop' ik naar Brest, waar ik met vier verschillende auto's een klein uurtje voor sluitingstijd op een afgelegen industrieterrein aankom. Naar nog een halfuurtje zoeken vind ik uiteindelijk de goede loods en bijna ongelovelijk maar waar, daar ligt mijn pakketje! De jongens van het postbedrijf maken een mooi bord met Camaret erop voor mijn terugreis en eentje geeft me een lift naar een rotonde waar veel auto's komen.  En met drie auto's en evenzoveel maffe karakters en toeristisch routes ben ik weer veilig en bepakt terug bij de boot. Deze dag kan niet meer stuk! We proberen nog diesel te tanken bij de automaat, maar net als alle andere automaten hier lijkt hij niet zoveel zin te hebben om ons te helpen. Dat wordt dus zuinig zijn met motoren.

Zaterdag avond vertrekken we dan voor de eerste 'grote'oversteek, die van de golf van Biskaje.
In mijn hoofd zingt het sinterklaasliedje:
'als het stormt in de golf van Biskaje, dan zou Sint wel in zee kunnen waaien
of sloeg Piet overboord, ik heb van nog gehoord, dat de zee daar echt vol zit met haaien!'
Gelukkig blijkt het met de haaien wel mee te vallen. We spotten twee kleintje onderweg.
Wel stikt het er van de dolfijnen, zolang we nog op het continentaal plat zijn, zijn ze altijd bij ons in de buut en geven ons prachtige shows terwijl ze met de boot lijken te spelen.
Als we dan het continentaal plat verruilen voor de kilometers diepe oceaan, verdwijnen de dolfijnen en ontmoeten we vier walvissen. Wat een pracht! En spannend ook als je Jules Vernes '20000 mijlen onder zee' aan het lezen bent!

Ook stikt het van de verschillende soorten kwallen, het zijn geen grote groepen, maar heet veel verschillende individuen. Een soort wormen, opgerold of uitgestrek, kwabbige kwallen, lange, korte, dikke en zeedruifjes en van allerlei kleuren. Als bioloog zou je je hier nooit hoeven te vervelen denk ik.
De laatste dag in Biskaje trekt de wind aan, wat enerzijds heel fijn is, aangezien je met acht knopen toch een stuk sneller richting je bestemming kunt komen dan met twee knoopjes vooruit en dan weer eentje achteruit. Maar aan de andere kant het tuig en ons ook wel wat op z'n sodemieter geeft, aangezien de wind ons regelmatig windvlagen vergelijkbaar met windkracht acht geeft en Poseidon zijn klotsgolven op ons uitstuurt. Wederom ben ik heel blij met de AIS, ik roep dan ook ieder vrachtschip waarvan ik vind dat het te dicht bij komt op, om hem onze positie duidelijk te maken, waarop ze zonder uitzondering voor ons uitwijken. Heel netjes!


Nog voordat we het land kunnen zien hebben we al goed bereik op de spaanse fm radio en we dansen op zomerse deuntjes. Als dan ook het land zich laat zien kan de dag niet meer stuk. Wat is het hier prachtig, alweer, en het lijkt nog mooier!
We dobberen de baai van La Coruna in waar de wind volledig wegvalt. Een vriendelijke havenmeester komt ons direct te gemoed en helpt met de touwtjes, de stroom en algemene inlichtingen.
Daarna trekken we de stad in.
Wat hier opvalt is dat bejaarden een erg actief sociaal buitenleven hebben. Er zitten oude dames biertjes te drinken in de kroeg, ze zwemmen in de haven, en smikkelen van de tapas op de terrasjes die overal verspreid zijn, wat een leven!
Het eten is heerlijk en goedkoop, wat tevens geld voor de wijn, die trouwens enkel per fles te bestellen is!
Ik zou me hier wel wat weekjes kunnen vermaken!

Vannochtend zijn ook Wicky en Sven aangekomen, wat fijn is, we begonnen ons al bijna een beetje zorgen te maken, vanavond eten we nog een keer tapas en vannacht zullen we dan toch weer verder moeten.
Er komt namelijk een dikke vette zuiderstorm aan, maar als we op tijd weggaan, zijn we zuidelijk genoeg om daar niets van mee te hoeven maken. Daar gaan we dus maar voor. En wie weet wat de ria's aan de noordwest kust allemaal weer te bieden hebben?
De dieseltank is gevuld, de watertanks ook met iets beter smakend water en proviand is ingeslagen op de markt, we hebben goed geslapen, het gezellig gehad en de boot aan kant gemaakt, kortom het is weer tijd om verder te gaan!

maandag 30 september 2013

Getverderrie! Wat heeft er in dit glas gezeten?!
Helaas blijkt niet alleen dit glas water naar vloeibaar plastic te smaken...
Het water dat we in dure haven van Cherbourg hebben getankt is erg smerig.  Gelukkig hebben we nog wat flessen en jerry cans met beter water aan boord.
Bij vertrek uit Cherbourg staat er al een mooie wind. We varen al snel zo'n 7 knopen, dus het schiet lekker op. Bij Cap de la Hague, een wat uitstekend puntje aan het eind van het kanaal krijgen we bij de gewone oostelijke golven ook de deining van de oceaan erbij, vanuit het zuiden. Hoewel dat enig hotseklots veroorzaakt is het erg mooi om af en toe met wel 12 knopen van de golven af te surfen!
Als de nacht valt wordt het aanzienlijk rustiger.

Als ik in het laatste uur van mijn laatste nachtwacht zit, hoor ik ineens iets tegen de boot slaan. Dit klinkt niet goed! Het blijkt dat de onderste buis van de windvaan is losgeraakt. Snel maak ik Marijn wakker en haal de vaan eraf. Hoe kon dit nou gebeuren? Zou het door de hoge snelheden van vanmiddag zijn gekomen? Dat zou die eigenlijk moeten kunnen hebben... We bedenken dat we waarschijnlijk over een vissersboeitje heen zijn gevaren die het roer een tik heeft gegeven. Maar helemaal zeker weten doen we het niet. Zeker is dat we nog best een stuk te varen hebben en dat we voorlopig eerst zelf weer moeten sturen. We zoeken naar een plek dichterbij dan Brest, waar we de hydrovane kunnen repareren. In de pilots vinden het het eilandje Ile d'Ouessant. Als we daar na een dag met weinig wind aankomen komt er net een mistbank aanrollen. Overal om ons heen hoor je de branding en zie je stijle klippen. Wat heeft Open CPN het leven makkelijker gemaakt! Op de computer kunnen we precies zien waar we varen en wat de stroom met ons doet. Opgelucht maken we de Deinemeid vast aan de eerste de beste mooring die we tegenkomen.
Nog geen tien minuten later slaat het potdicht van de mist! Dan komt er een lampje op ons af. We horen mensen praten en een buitenboord motor. Misschien mogen we hier niet liggen?
'Bon soir' roep ik naar de mist. Dan komen er vier gestaltes in een klein opblaasbootje tevoorschijn. 'Hello, we are looking for our boat, but we can't find the damn thing!' roept een aangeschoten engelsman ons terug. We leggen ze uit dat wij in ieder geval de buitenste mooring hebben, dus dat ze niet nog verder richting zee moeten varen. Ook nodigen we ze uit, mochten ze hun schip niet vinden, om bij ons te stranden voor de avond. Vol goede moed zoeken de engelsen weer verder, ze komen nog twee keer langs, maar vinden waarschijnlijk uiteindelijk toch hun eigen boot.
Dan doemt er een nog kleiner bootje met dit keer vijf fransen op uit de mist, met hetzelfde probleem. 
Ik kan er niets aan doen, maar ik hou het echt niet meer. Ik probeer ze beleefd uit te leggen dat wij de buitenste boot zijn, maar de tranen van het lachen staan me in de ogen. Dit bizar beeld, het zou zo uit een goede film kunnen komen!

De volgende ochtend is de mist opgelost en zien we voor het eerst de omgeving waar we gister zijn aangekomen. Wat is het hier adembenemend mooi! We kunnen er bijna niet over uit! Na een lange wandeling over dit prachtige eiland, repareren we de windvaan en ruimen de boot op.











We testen de kano, die trouwens met vlag en wimpel slaagt, wat gaat dat hard!

De schoonheid en rust van dit eiland is zo verleidelijk, dat we bijna beslissen hier te wachten op goed weer voor biskaje. Maar gebrek aan goed internet en vooral de strategisch onhandige plek met westen wind laat ons de volgende dag toch gewoon weer vertrekken.
















Er wordt weinig gezeild bij gebrek aan wind, maar dat wordt ruimschoots goed gemaakt:
Marijn ziet ze natuurlijk als eerste, 'Sanne, kijk!, kijk daar!', een paar honderd meter verderop springen dolfijn uit de spiegelgladde zee, wat een cadeautje! Maar het is nog niet afgelopen. Als snel volgt een stel bruinvissen. Daarna alweer dolfijnen, maar nu dichtbij! Alsof ze met ons of de boot willen spelen komen ze naar ons toe, ze zwemmen vlak naast de boeg, springen uit het water, zoeven er voor langs en zwemmen met gemak rondjes om ons heen. Als deze groep weg is volgen er nog meer. Een groepje lijkt een jong gezin, drie grote dolfijn en twee kleintjes, die vlak naast een oudere zwemmen en ze goed bij blijken te kunnen houden. Wat een mooie beesten! Dit alles speelt zich af op een decor van een spiegelgladde zee, en en zicht niet verder dan 3 mijl, wat een sprookje!
Nog voor het donker komen we aan bij Camaret sur mer. Hier zullen we waarschijnlijk een paar dagen blijven tot het weer goed is om Biskaje over te steken. Wat mooie klusjes doen aan de boot, goed slapen en lekker eten behoren tot de planning.
Ook hier is het trouwens weer prachtig. Ik begin me bijna af te vragen of ik nog meer moois nog wel aan kan. Hoeveel positieve prikkelingen kan iemand krijgen voordat hij er minder gevoelig voor wordt? Ik hoop dat ik het antwoord op die vraag voorlopig nog even schuldig blijf. Voor nu voel ik me gelukkig!

woensdag 25 september 2013

ik heb een nieuwe liefde
en zijn naam is heine
't is geen nieuwe vlam
hij was al een tijdje de mijne
trots stuurt hij achterop
houdt verder gewoon zijn kop
met hem ga ik over de oceaan
heine is mijn windvaan!



Nu er wat meer tijd is een update:

Als we vertrekken uit Amsterdam regent het en staat er een flinke poeier. Nadat we volgetankt zijn pikken we Heine nog op bij het station, welke al snel het stuur overneemt. Dat is luxe :) en gezellig. Als bedankje noemen we de hydrovane stuurinrichting maar Heine of Heinovane. In Ijmuiden gaan we door de sluis en naar de jachthaven, op dit korte tochtje door de havenmond is de zwel, veroorzaakt door de westerstorm van de afgelopen dagen, goed te voelen. Kunnen we vast wat inslingeren.
  
Kijk oma, een foto in de sluis van Ijmuiden, zoals je vroeg!
Dat inslingeren blijkt niet onnodig, want als we de volgende dag verder varen richting Scheveningen staat er nog een stevige bries, 5 af en toe 6 beaufort, maar de golven van de afgelopen nacht staan er nog alsof ze op ons hebben gewacht. Licht bleekjes zit ik in de kuip en door af en toe wat te sturen probeer ik mijn hoofd wat helderder te krijgen. Gelukkig blijft mijn maaginhoud het pad volgen dat ik voor hem in gedachten had. Marijn heeft natuurlijk weer nergens last van en gaat zelfs binnen vrolijk zijn gangetje...
In Scheveningen aangekomen zijn we allebei moe van de indrukken, alertheid en gezonde spanning.
De haven van Scheveningen is wel wat leuker dan die van Ijmuiden, waar je opgesloten wordt achter grote hekken. Maar ook hier betaal je de hoofdprijs, maar heb je toch koude douches. Dat die mensen niet snappen wat nou echt belangrijk is voor zeilers in ons koude kikkerlandje! Haha, verder een leuke stad. We doen de laatste inkopen en ontmoeten al meteen een paar andere schepen die min of meer dezelfde reis voor zich gepland hebben liggen als wij.
Van Scheveningen zetten we de reis voort naar Frankrijk, Calais zal ons volgende doel zijn.
Hiervoor moeten we eerst nog door het verkeersscheidingsstelsel bij Europoort Rotterdam. Om het ons te vergemakkelijken krijgen we daar ook nog te maken met een raar soort tegen elkaar in klotsende golven, waar we geen van beide een afdoende verklaring voor weten te bedenken.
Toch komen we vrij gemakkelijk achter de grote joekels langs. Ja, achterlangs ja, ik heb het wel gehoord, verstaan, onthouden, in mijn kop geprent. In principe ga je als kleintje gewoon altijd achter de grote schepen langs, dan kunnen ze nooit over je heen varen en ze gaan vaak ook echt harder dan je denkt.
Ter hoogte van zeeland neemt de wind af en langzaam maar zeker wordt de zee ook rustiger, wat mijn algeheel welbevinden zeer positief beïnvloed. Hoewel ik langzamerhand wel het gevoel krijg ingeslingerd te raken, zolang ik maar niet naar binnen moet.

Op de rest van de toch naar Calais bewijst de AIS ontvanger zijn nut. Het scheelt een hoop gedoe als je op je beeldschermpje gewoon kan zíen hoe hard en vooral ook welke kant op een schip op de horizon vaart.
In Calais is de temperatuur al een graad of vijf hoger dan in Nederland. Welk verschil goed te voelen is en ons aanmoedigt en ondersteund in de gedachte dat we de goede kant op varen.
Wat ook een enorm goede aankoop blijkt te zijn is de windvaan. Wat een genot dat je niet zelf hoeft te sturen! Het is soms bijna gênant, zo goed als hij het doet, hij kan hoger aan de wind  sturen dan wij zelf!


We liggen aan een mooring, ja!ja!ja!, zo had ik het plaatje in mijn hoofd. Een mooring is gewoon en boei met en stalen oog erop, waar je je boot aan vast kan maken. Geen gedoe met ankers, geen haven, lekker roeien met de bijboot. Of geroeid worden voor mij dan, ik heb in een domme actie wat hard met min hand tegen de giek geslagen en kan mijn linker hand nu nauwelijks gebruiken.
Het is dinsdag en we zetten de reis voort op naar Cherbourg, of iets daar in de buurt als dat onderweg beter zal blijken te zijn.

We krijgen werkelijk een prachtcadeautje van Poseidon; kalme zee, bakstagwindjes en warme zon die ons zelfs in korte broeken zet. We wassen ons op het voordek met putsen vol koud zeewater en genieten verder van de rust en de zon. Het scheepvaartverkeer wordt aanzienlijk rustiger als we door het smalste stukje van het kanaal, ofwel 'pas de Calais' zijn, wat de ontspanning compleet maakt. Oh wat fijn, ik heb het gevoel dat alles wat we hebben gedaan om weg te komen nu al de moeite waard is.

De tweede nacht op zee geeft heel weinig wind, wat vooral lastig is als je ook nog eens vier knopen stroom tegen hebt en dus achteruit vaart. Zeil eraf tegen het klapperen, zeil er weer op, boom erin, nu varen we volgens de gps dwars uit, misschien dan toch maar over de andere kant.... gijpen, boom tussen de binnenstag door, boom weer in de genua, ja we gaan, 0,5 knopen en nog de goede kant op ook! Maar dan na tien minuutjes staat alles weer te flapperen, varen we met 1,5 knoop achteruit en kan het voorzeil er weer af. Pfff, het begint bijna op werken te lijken, ik wil slapen! Maar ja, Marijn natuurlijk ook, dus ik zal toch nog drie uurtjes moeten wachten tot ik weer aan de beurt ben...
Als we de volgende ochtend in Cherbourg aankomen is het allemaal al weer snel vergeten. Wat is het water hier helder! Een verfrissende duik geeft me de energie om de stad te bekijken. Mooie oude stad, heerlijke douches bij de haven en kinderen hebben zeilles in allerhande bootjes, ahhh, Sanne is alweer helemaal gelukkig :).
Als alles volgens plan gaat gaan we morgen weer verder richting Brest, waar we waarschijnlijk even moeten wachten op een laag dat over de golf van Biskaje trekt. Maar dat zien we dan wel weer. Eerst maar weer een mooie 170 mijl zeilen!

donderdag 19 september 2013

Nu we in Scheveningen nog internet hebben, hier nog een paar fotootjes:een van de Deinemeid in Amsterdam, wachtend op vertrek en eentje van Marijn en uitvinder en kunstenaar Ottenhof, die ons met wat metaalbewerking heeft geholpen. Dankjewel!
Morgenochtend verder zuid, en het goede weer lijkt ons te verwelkomen :).



maandag 16 september 2013

Dan toch eindelijk weg?!

Het begint er bijna op te lijken dat we niet meer wegkomen...
Hoewel we al een supergezellig eindfeest hebben gehad en overladen zijn met cadeautjes, laat het slechte weer zich goed voelen, blaft er een griepje en komt ook echt het Latijnse einde in zicht. Op karakter en niet al te nette kreten hobbelen we wat door.
Bij gebrek aan tijd verschuiven we steeds meer klusjes naar de lijst waar 'later' boven staat. En dat wat echt noodzakelijk leek te zijn lijkt toch wel overkomelijk als het voor ff-tjes is. Natuurlijk zorgen we wel dat alles voor het zeilen en de veiligheid goed geregeld is. Er is een verschil tussen opschieten en overhaast vertrekken. Maar waar die lijn precies ligt blijft moeilijk te bepalen.
In ieder geval zijn we van plan eerst maar eens lekker te gaan slapen als we aan de kust liggen te wachten op het mooie weer. Want dat kleine weekje nazomer lijkt er misschien toch nog aan te komen :).
Volgeladen met water, spullen, gereedschap en eten ligt de Deinemeid wel 5-10 cm dieper. Maar met de ankerketting was beter verdeelt wel mooi gelijklastig.
Morgen de laatste inkopen, de boel vast goed vastknopen en op weg, eindelijk!
Dikke zoenen voor iedereen die ik lief vind en we laten snel van ons horen zodra  daar weer wat tijd voor is!

vrijdag 23 augustus 2013

De in ons bioritme gezetelde trek over de waddenzee hebben we deze zomer overwonnen. We verruilen de eilanden, de zee en haar hondjes, de toeristen en het zeilen op de mooiste oude kruiwagen die er is voor twee maanden keihard werken in een stoffige, duistere loods. En het gekke is, dat we het nog leuk vinden ook.

Doordat Marijn de Ouderzorg van het voorjaar verkocht heeft, hebben we eindelijk tijd om aan de Deinemeid te beginnen. We willen haar klaar maken om een oversteek naar de Carieb te kunnen maken.
Het potdek is echter nog lek, meer dan de helft van de afsluiters werkt niet naar behoren, de mast heeft last van electrolyse van het RVS beslag, we kunnen praktisch niet reven.... Kortom, er is nog meer dan genoeg te doen! We besluiten uiteindelijk om in Harlingen, bij een werfje genaamd Bijko, uit het water te gaan. Ze hebben een mooie grote loods, een groot genoege kraan en zijn nog betaalbaar ook.

Daarnaast kennen we hier in Harlingen de weg wat bootjesspullen betreft en scheelt het aanzienlijk in reiskosten om Marijns kinderen, Jari en Isa, niet ieder weekend heen en weer naar Amsterdam te moeten rijden.

Zowel opa, broer als zoon helpen hier bij Bijko allemaal mee als er een boot het water in of uit gaat.

Vanuit de banden van de kraan wordt de Deinemeid op een bok op een kar gezet. Voor de kar wordt een grote trekker gespannen, waarmee een van de broers behendig de 500 meter naar de loods rijdt.
In de loods bouwen we ons huisje voor de komende weken. De picknicktafel van Hetty dient als keuken, koffietafel en werkbank tegelijk en Heine zijn VW busje is de slaapkamer van Jari en Isa deze vakantie.

Verder blijkt de loods en het omliggende terrein een grote speeltuin; een mooie gladde betonnen vloer om te boarden, windstil voor een potje badminton en een groot paard en een lieve hond als buren.
Ook hebben we nog een mede loodsbewoner, Paul. Paul heeft een houten schip van 15 meter en doet het gezegde 'beter een goede buur dan een verre vriend' eer aan.

We halen de teaklijst van het potdek af, verwijderen de kitresten (twee hele dagen!) en schuren de boel op. Dan pakken we de hele rand dicht met glasmat en epoxy.





We strippen de hele boot, zelfs de buiskap gaat eraf. Ondertussen proberen we papieren en materieel op orde de krijgen voor de oversteek. Een zeebrief blijkt toch wel een vereiste, ook al kost deze al met al duizend euro. Maar goed, als je door gebrek eraan je schip kwijtraakt ben je meer kwijt.

We zagen grote stukken plastic uit het achterdek, plakken niet goed afsluitbare delen dicht en bouwen een achteronder in de kuip voor opslag. 
Daarna schuren we de romp, het dek, de opbouw en de kuip. We plamuren tot we ons zo groen voelen als het plamuur is en schuren tot we er ook daadwerkelijk zo uitzien.
We maken alle afsluiters die we willen houden weer goed gangbaar en slopen de andere eruit. De ontstane gaten  dichter we met epoxy en glasmatten, wat onderhand als vertrouwd gereedschap begint te voelen.










Dan brengen we overal vier lagen verf aan, helpt Elskarin ons de teakhouten lijst weer op het potdek te bevestigen, we sauzen met hulp van papa en mama nog drie lagen anti-fouling op het onderwaterschip en, als ineens, is het twee maanden verder.




Goed, tussendoor heeft Marijn nog een week in Duitsland gewerkt en ben ik op een minicruise naar Hull in Engeland geweest om een echt Hydrovane windvaan op te halen waar ik maanden en maanden naar
opzoek ben geweest, maar veel meer dan dat hebben we niet gespijbeld.


Stiekem, of misschien niet al te stiekem,  zijn we best een beetje trots op ons zelf.
Er moet nog een hoop gebeuren, de buiskap ligt nog in de loods te wachten tot wij haar nieuwe ramen geven en we kunnen nog niet sturen aangezien we het stuurwiel wel verkocht hebben, maar het helmhout nog niet af is, maar toch liggen we weer in het water. Ongelofelijk, hoe je dát als luxe kan ervaren, na die maanden in de loods. Trappetje op, trappetje af en barbecueën tot je er bij neervalt, het behoort weer even tot het verleden, we hebben weer een huisje, en wat voor één!