maandag 7 februari 2022

Over de Atlantische Oceaan!



We liggen op El Hierro. Het plan was eigenlijk om vanaf La Palma te vertrekken, maar nu daar een vulkaan hevig staat te sputteren hebben we besloten liever een eilandje verderop te gaan liggen.

El Hierro is een ware verrassing, met om iedere hoek een ander ecosysteem en een nieuw waanzinnig uitzicht. Hoewel we ons hier waarschijnlijk vele maanden zouden kunnen vermaken, staan onze gedachten volledig in het teken van de Atlantische oversteek.


Wat moeten we nog absoluut aanschaffen om veilig en prettig aan de overkant te raken. Welke instanties moeten we nog mailen om straks toegelaten te worden tot Sint Vincent en de Grenadines? We ronden de laatste klusjes af aan boord en we laden de Deinemeid vol met water en eten.


1 December 2021

Dan is het moment eindelijk daar! Het weerbericht lijkt redelijk gunstig en we zijn klaar om te gaan. Nog een keer zeg ik de vaste grond vaarwel en dan gooi ik de lijnen los waarmee de Deinemeid verbonden lag aan El Hierro.


We varen tussen twee rijen schepen door. Er wordt gefloten, getoeterd, gejuicht. Het zijn andere schepen die ook op het punt staan te vertrekken. De gedeelde spanning en opwinding wordt omgezet in een prachtig vertrek.


Er staat heel weinig wind. Een mooi moment om de autopiloot eens te gebruiken. Gelukkig vult de wind al na twee uurtjes in, zodra we wat weg zijn van het eiland. De rustige omstandigheden helpen me om mijn zeebenen te vinden ondanks de spanning. Ik wordt nog wel eens een beetje loom als we net de zee op gaan, maar eigenlijk vooral als ik zenuwachtig ben óf als ik de avond van te voren te veel gedronken heb. Dat doe ik dus niet meer, haha.


In de loop van de avond trekt de wind wat aan en met de voorspelling dat ze nog verder doortrekt, zetten we meteen twee reven in het grootzeil. De wind is wispelturig, het ene moment waait het windkracht zes en een half uurtje later hooguit een klein vijfje. De maan is er nog niet en we worden getrakteerd op een waanzinnige sterrenhemel. Het is zó helder dat je bij het licht van de sterren haast kan lezen.


In de ochtend neemt de wind nog wat toe, maar blijft inconsistent. We varen nog een stukje om, om een relatieve ondiepte te ontwijken. Hoewel het op het topje van de zeeberg nog diep zat is, blijven we daar liever uit de buurt in verband met de ruwe zee die vaak ontstaat op dat soort plekken. De zee is al onrustig genoeg.



De eerste nacht hebben we weinig geslapen en daar plukken we nu de vruchten van. Vrij snel nadat ik me in de slingerkooi heb genesteld val ik in een diepe slaap. Niet veel later schrik ik wakker van een zware dreun. Ik zit meteen rechtop in mijn bed. Wat was dat, een golf? Marijn? Marijn?!!! Alles oké? Snel sta ik op en loop naar het luik…. Gelukkig! Hij is er nog en Heros ook. We voeren blijkbaar precies op het pad van een uitzonderlijk grote golf, die vervolgens mooi over de Deinemeid heen brak. Marijn en Heros zijn flink doorweekt, de douchezak is afgescheurd en weggespoeld, de bijboot is een beetje losgekomen, de ogen van de spatzeilen zijn uitgescheurd…. Maar! Iedereen is nog veilig aan boord, er is niets ernstigs kapot gegaan en op een paar knikkende knieën na zijn we allemaal gezond. Ik kleed me aan zodat Heros en Marijn naar binnen kunnen om op te drogen en wat uit te rusten.


Heros leert snel dat er geen land meer is en geeft het goed aan als hij naar het voordek wil om te plassen of te poepen. De uitdaging is voor hem vooral om te blijven staan tijdens het plassen, aangezien de golven ons geen moment met rust laten. Meestal ligt hij dan ook veilig tussen de bakskisten ingeklemd op de vloer van de kuip. Als afwisseling maken we wandelingetjes naar het voordek, komt hij gezellig naast ons op een rode zitzak liggen of kruipt hij bij Marijn in het grote bed.



Zo aan het begin van een lange oversteek als deze, probeer ik niet te veel te denken aan hoe ver we nog te varen hebben. Iedere dag is er één op zich en zo zijn we ineens al bijna een week onderweg. De zee is nog steeds onregelmatig en de windsterkte wisselt voortdurend. Het gevolg hiervan is dat we een groot deel van de tijd ondertuigd varen, waardoor we nog meer slingeren. Het goede is dat we intussen onze zeebenen hebben gevonden. Ook zijn we inmiddels gewend aan het slaapgebrek, veroorzaakt door het wachtlopen, waardoor we ieder uurtje slaap dat we kunnen pakken ook daadwerkelijk benutten.


Regelmatig worden we geplaagd door buien. Ze geven ons meer wind dan goed is voor het tuig, dus halen we wat zeil er af. Na een gezonde portie zoet water uit de lucht valt de wind vervolgens weg. We hijsen weer wat meer zeil, slingeren nog wat rond en dan laat de blauwe lucht zich vaak al weer zien.



Intussen is er een volle week verstreken sinds ons vertrek uit El Hierro. Nog maar een paar dagen en dan zijn we op de helft en dan nog maar 1 en we zijn over de helft en voor je het weet zijn we er al. Grappig hoe sterk je instelling je beleving beinvloedt!


De afwas doen we met zout water, evenals ‘douchen’. Als het weer het toelaat gaan we op het middendek zitten en gooien putsen met zeewater over elkaar heen. Opgefrist en met hernieuwde energie vervolgen we de dag.


Al twee weken hebben we geen ander schip gezien dan de Deinemeid. Weliswaar wat boten op de AIS en twee maal ‘s nachts een lichtje aan de horizon. Maar dáár! Daar vaart toch echt een andere boot! Ook al is het een erg lelijke catamaran, we worden helemaal blij van het zien van die andere zeilers hier midden op de oceaan.


Nu we aan de derde week zijn begonnen voelt het alsof we er al bijna zijn. Bewust van het gevaar dat dit gevoel met zich mee kan brengen, probeer ik me nog steeds iedere dag voor zich te beleven. De maan wordt steeds voller en blijft ‘s nachts steeds langer bij ons. Zo begint een heledere avond met een prachtige sterrenhemel, waar de Melkweg duidelijk uitspringt. Vervolgens komt de maan op, vaak vanachter wat wolkjes aan de horizon. Wanneer de maan wat hoger staat geeft ze zoveel licht, dat ik bijna net zo goed kan zien wat er zich aan boord afspeelt als overdag, alsof iemand zo vriendelijk is ons vanaf een afstandje bij te schijnen.



Nog maar 100 zeemijlen en dan zouden we op Sint Vincent aan moeten komen! Naast ons ligt Barbados, op 30 mijl. We zien het eiland echter niet liggen, het schijnt vrij laag te zijn. De laatste nacht (inshallah). Ik sta strak van de lekkere stofjes die door mijn lijf razen. Het lijkt er op dat we echt weer land gaan zien! Ik heb de kluiver vervangen door de fok, aangezien we zo hard gaan dat we anders in het donker aankomen. Precies als de ochtendschemer zichtbaar wordt zien we de baai bij Young Island. De groene kleur en geur van het eiland is overweldigend! Marijn! Heros! We hebben het gered!


Dankjewel lieve Deinemeid, dat je ons zo ver hebt gebracht. Dankjewel mooie zee, dat je ons hebt laten passeren. Dankjewel machtige wind, dat je ons hierheen hebt geblazen. Dankjewel hemel, voor je waanzinnig mooie luchten met sterren, zon, wolken en maan.


Nu lekker uitrusten. Straks op verkenning in Sint Vincent en de Grenadines :)!

zaterdag 9 oktober 2021

Madeira - La Graciosa (Canaries)




Madeira – La Graciosa


De haven op Madeira lijkt op het eerste gezicht aan een klein stadje op de berg te liggen. Wanneer we echter op verkenning gaan blijkt het hele stadje een leegstaand resort te zijn. Hoewel er een kerk, een gemeentehuis, parkeerplaatsen en een vuurtoren zijn gebouwd, woont hier niemand! Om verschillende duistere redenen (waar niemand die er wat van weet over wil of durft te praten en iedereen die er niets van weet lustig op los speculeert), is het 5 sterren complex al vele maanden, zo niet jaren gesloten. De ooit blauwe zwembaden bij de huizen zijn nu groen/bruin, de jeu de boulebaan is overwoekert met onkruid en in de grote lounge chillen hooguit wat kakkerlakken.





Ons bevalt dit privé resort wel. We zwemmen met Heros in de infinity pool. Het water van dit zwembad wordt ieder hoogwater vanzelf ververst met fris zeewater. Er zwemmen zelfs wat vissen in! We spelen iedere ochtend een potje op de tennisbaan. En we plukken cherry-tomaatjes, bananen en granaatappels die langs de weg groeien om onze voorraad vers eten aan te vullen.


Zodra we het resort verlaten wemelt het van de toeristen. De wandelpaden lijken haast winkelstraten, waar mensen in een rij langs de afgrond lopen. Als we de bus naar Funchal, de hoofdstad van Madeira nemen, schrikken we ons helemaal wezenloos: het ene hotel nog groter dan het andere en de straten vol met dikke, witte en roodverbrande mensen. Veilig terug in ‘ons’ 5 sterren resort genieten we van de rust en de indrukwekkende rotsformaties waar we op uit kijken.


Na een week of twee beginnen we genoeg te krijgen van ons 5 sterren avontuur en besluiten verder te varen naar La Graciosa op de Canarische eilanden. We hebben een mooie windkracht 4 en halve wind. De zee is prachtig en de maan verlicht de nacht dúsdanig, dat je bijna net zo veel ziet aan dek als overdag. Ik weet niet wat het is, maar ondanks deze prachtige omstandigheden ben ik in tijden niet zo zeeziek geweest als nu. We vliegen werkelijk over het water. Hoewel we op de dag van vertrek al later in de ochtend zijn weggevaren, lijken we nu toch nog te vroeg aan te komen om het daglicht te kunnen gebruiken bij binnenvaart op La Graciosa. De laatste avond voor aankomst besluiten we daarom maar een rif in het grootzeil te trekken. Met het eerste rif blijken we echter nog steeds bijna 8 knopen te lopen. We trekken er nog een rif in, waarna we net iets boven de 7 knopen blijven steken. Zo komen we nog steeds te vroeg aan! Dan ook de yankee er maar voor weg. Eindelijk! Met iets meer dan 6 knopen varen we nu de nacht in en zouden we met zonsopkomst bij La Graciosa in de buurt moeten zijn.



Wat blijkt: ineens is mijn misselijkheid verdwenen! Het lijkt er op dat we zo snel over de golven vlogen dat dat vele onrustige bewegingen in de Deinemeid veroorzaakte. Nu, met wat minder snelheid, ligt ze veel rustiger in het water en klaar ik helemaal op. Omdat het de laatste nacht is varen we het laatste stuk van de nacht gezellig samen aan dek. Op de horizon worden de contouren van Lanzarote en La Graciosa langzaam zichtbaar tegen de gloed van de opkomende zon.



Eenmaal voor anker drinken we een biertje. Ik ben behoorlijk gesloopt en kruip nog even lekker mijn bed in. Marijn heeft er echter zin in en zit al met Heros in de bijboot, onderweg naar het strand. Wat Heros natuurlijk helemaal top vindt!



Na een paar dagen bijkomen van deze (voor mij bijna onverklaarbaar zware) oversteek, komt mijn energie weer terug en gaan we op verkenningstocht. Het dorpje is nauwelijks veranderd sinds de laatste keer dat we hier waren. Wel rijden er veel meer auto’s dan in m’n herinnering. Al kan dat ook komen doordat we hier nu in het hoofdseizoen zijn, in plaats van in oktober/november zoals in 2013. We beklimmen de oude vulkaan. We zwemmen vrijwel iedere ochtend. En ik maak een paar duiken met de lokale duikclub.



We beginnen intussen aardig door onze voorraad verse producten heen te raken en besluiten naar Arrecife, een stad op Lanzarote te varen. Op La Graciosa is wel iets te krijgen, maar de keuze is zeer beperkt en de prijzen zijn erg hoog. Daarbij hebben we al een tijdje in ons hoofd om te leren windsurfen. En een stukje noordelijk van Arrecife schijnt een leuke windsurfschool te zitten. Het is ongeveer een dag varen naar Arrecife, dus we vertrekken mooi op tijd. Er zijn hier veel lokale effecten op de wind en het eerste stuk krijgen we maar moeilijk snelheid en staan de zeilen te slaan door gebrek aan wind en overdaad aan golven. Gelukkig zetten we door en worden we beloond: uiteindelijk trekt de wind aan en varen we prachtig met de wind van achteren naar Arrecife waar we begin van de avond aankomen.

De haven van Arrecife is behoorlijk veranderd in de afgelopen jaren. Er zijn maar net genoeg letters in het alfabet om alle steigers er een te geven en het geheel wordt omringd door hoge betonnen pieren en gebouwen. In de gebouwen zijn deftige winkeltjes gevestigd die luxe bonbons en dure damessjaaltjes verkopen. Gelukkig is het centrum van Arrecife nog steeds prachtig mooi. Er hangt een gezellige sfeer en de oude mannen spelen domino aan het water.



We huren een fiets, zodat we samen naar de windsurfschool kunnen fietsen en beginnen met oefenen. ‘s Ochtends lopen we een eind met Heros en doen we wat klusjes aan de boot. ‘s Middags surfen we tot we er bij neer vallen. ‘s Avonds liggen we uitgeput op de bank. Wat is het gaaf om zo samen iets nieuws te leren! Ieder nieuw stapje geeft enorme voldoening en we praten de halve avond met elkaar over onze ideeën en belevenissen van die dag.



Ik had iets raars zien zitten in het waterglas. Dit zit onder het groffilter van de motor en geeft de mogelijkheid te kunnen zien of er water in je brandstof zit. Helaas zat er niet alleen een beetje water in, maar tevens een gele slurrie…… Diesel bacterie! Oh oh, niet goed.



Met de tank nog tot aan de nok vol, kwamen we tot het plan een speciaal biocide in de tank te gooien en dan eerst de tank maar eens half leeg te varen voordat we hem openmaken en we onvermijdelijke reinigingsactie ondernemen. Slim genoeg heb ik eerst de biocide in de tank gegooid en pas daarna nog even met Willem gebeld. Willem is een vriend van ons die echt bijna álles weet van motoren. Zijn advies: als je genoeg filters hebt kan je met een klein beetje diesel bacterie nog wel een klein stukje doorvaren. Als je echter eenmaal de biocide in je tank hebt gegooid kan dit niet meer. De bacteriën breken dat af in kleinere eiwitten die door je filters heen kunnen en vervolgens kunnen stollen in de verstuivers van je motor! Met een beetje pech help je hiermee je hele motor naar de schroot. Er zit niets anders op dan dus toch maar meteen aan de slag te gaan. En na een dagje dieselfeest en een hoop gesjouw met jerrycans is de tank weer schoon en zijn de filters vervangen. Voordeel is dat we nu ook weten dat onze tank 100 liter volume heeft en niet 200 liter :).



Aan het einde van de windsurfcursus kunnen we bij de surfschool een tweedehands windsurfset overnemen. We willen van Arrecife terug naar La Graciosa zeilen. Aldaar hopen we in het relatief vlakke water zelf verder te kunnen oefenen op onze eigen plank. De baai waar de windsurfschool zit ligt op de route. We steken de ondiepe baai in tot we niet verder durven en laten het anker vallen op de rotsen onder ons. Met de marifoon roepen we de surfschool op. Niet veel later komt Charlie, onze leraar, aanvaren met de volgboot volgeladen met surfspullen! We laden ons setje bij ons aan boord, bedanken Charlie nogmaals en gaan dan weer anker op. De wind wordt steeds stabieler in de loop van de dag en met een mooie noordwesten wind kruisen we het laatste stukje naar de ankerbaai van La Graciosa. Bootvriend Eelco staat ons al op te wachten met een pan hutspot en een tas vol koude biertjes. Veel betere buren kun je je toch niet wensen!



Volgeladen met vers fruit, groenten en water plannen we voorlopig een mooie routine hier op Graciosa op te bouwen: wandelen met Heros, klusje aan de boot, surfen surfen surfen, eten, wandelen met Heros, lezen, slapen en weer opnieuw!

woensdag 18 augustus 2021

Vilagarcia d’Arousa – Madeira

 





We houden een ruime week vakantie met Jari en Isa langs de Galiciaanse kust. We bezoeken prachtige strandjes, een lokale markt, rustige ankerbaaitjes en houden een ware schranspartij in een ‘all vegan’ restaurant in Vigo. Dan is het al weer tijd om afscheid te nemen. Terug aan boord heb ik ineens een soort van heimwee. Ik mis mijn familie en vrienden. Ik besluit de eerste nood-chocoladereep die we van Bram en Hanna hebben gekregen te nuttigen om de stemming weer wat op te doen bloeien en laat het verder maar over me heenkomen. De volgende dag voel ik me gelukkig al weer stukken beter. We zijn gisteren naar Baiona gevaren, een stadje waar we erg veel goede herinneringen aan hebben. We waren hier acht jaar geleden ook, onderweg naar de Caraïben, in de herfst. De sfeer is nu geheel anders. Aan land wemelt het van de Spaanse toeristen, de ankerbaai ligt vol met jachten waar met hoge snelheid tussendoor wordt gevaren met speedboten en jetski’s. Dit was precies het laatste zetje dat we nodig hadden om te besluiten het vaste land van Europa te verlaten. Bij het eerste gunstige weervenster gaan we dan ook anker op en zetten koers richting Porto Santo, een oversteek van ongeveer 650 mijl.



Zoals meestal in Galicië staat er ‘s ochtends nauwelijks wind. We glijden rustig de baai uit en de zee is vlak. Als de wind wat begint op te bouwen maken we goed snelheid en nog voor het einde van de ochtend vliegen we met meer dan 7 knopen over het water. Dan zie ik een vin! Dat lijkt wel een haai! Maar nee, die vin flapt wel heel raar heen en weer. Dan zie ik weer zo’n vin, nu vlak naast de boot. Ik sta op om het beter te kunnen zien. Het blijkt een maanvis van zo’n 60 cm doorsnede! Ik heb nooit geweten dat maanvissen zo dicht aan de oppervlakte zwemmen, wat gaaf om te zien!

Intussen bouwt zowel de wind als de zee verder op. We trekken het eerste rif in het grootzeil en niet lang daarna ook het tweede. Aan het einde van de middag halen we de kotterfok er tussen uit. De zee is inmiddels opgebouwd tot een klotsende massa en we merken dat we nog niet helemaal ingeslingerd zijn. Als de wind nog verder doortrekt zetten we voor het eerst deze reis het derde rif en nog later verruilen we de yankee voor de kotterfok. Voor het donker is varen we alleen op de kotterfok, waarmee we nog steeds met zeven knopen van de inmiddels flinke golven af glijden. Heros ligt braaf onder het helmhout, maar krijgt af en toe een flinke bak water over zich heen van een tegen de boot brekende golf. Het water waait van de toppen van de golven en er staat toch zeker een goede windkracht zeven. Hoewel het zeker oncomfortabel is houdt de Deinemeid zich goed. Het is moeilijk slapen in deze omstandigheden. Gelukkig is de nachtwacht prachtig door een verbijsterende maanloze sterrenhemel en een vrijwel constante regen van vallende sterren.

Na een vermoeiende nacht nemen wind en zee dan eindelijk weer wat af en voor de middag varen we al weer onder standaard tuig. De zee wordt snel rustiger en met goede vaart vliegen we weer heerlijk over de golven richting Porto Santo. In de wind en de zon droogt alles wat vannacht doorweekt is geraakt snel en zo ligt Heros ‘s middags ook al weer in zijn droge mandje bij te komen van de afgelopen nacht.




De tweede nacht is donker. Een laag bewolking houdt het licht van de sterren bij ons weg. De zee achter ons is echter veranderd in een soort tweede melkweg. Alsof de sterren besloten hebben vandaag eens in de zee in plaats van in de hemel te verblijven. Ik had allerlei luisterboeken gedownload voor deze overtocht. Ik merk echter dat ze me afleiden van al het moois om me heen. Gisteren de indrukwekkende sterrenhemel, vandaag de knalblauwe zee en nu hett lichtgevende gebruis om de Deinemeid blijven mijn blik naar zich toe trekken. Als in een halve trans kan ik maar blijven kijken naar deze wonderlijke en indrukwekkende omgeving.






Hier ben ik. Op mijn bootje. Vlak boven het water. Onderweg.






De rest van de oversteek blijft het weer behoorlijk constant. We hebben een prachtige zee en een heerlijk windje. Altijd genoeg om wat vaart te behouden, niet meer zo veel dat het oncomfortabel wordt. Het water is inmiddels vele graden warmer dan in Galicië en we gooien dagelijks een paar putsen water over elkaar heen bij wijze van douche. We zijn nu goed ingeslingerd en ook de afwisseling van wacht lopen en slapen gaat goed. Dan, in het donker, zien we een vaag schijnsel aan de horizon. Met mijn slaperige hoofd denk ik eerst nog dat het een restant van de ondergegane zon is, maar het blijkt de reflectie van de huizen op Porto Santo in de boven het eiland hangende bewolking. De bebouwing op Porto Santo staat allemaal aan de zuidkant van het eiland. Wij naderen vanaf het noorden. Als we dichterbij komen tekenen grote bergen zich af tegen het weerkaatsende licht in de wolken boven het eiland. Om ons heen zijn vallende sterren. De Deinemeid laat een spoor van lichtjes achter zich. Ineens begrijp ik waarom mensen zouden kunnen willen schilderen. Hoe anders zou je zo iets als dit kunnen vastleggen?




Midden in de nacht varen we de haven van Porto Santo in. We hebben begrepen dat Porto Santo het kleine verlaten zusje van Madeira is. We zijn dan ook verbaasd als de haven stampvol blijkt te liggen. Niet alleen de steigers liggen helemaal volgebouwd, maar ook de havenkom is vol met ankerliggers, met of zonder verlichting. Terwijl we ons best doen geen lijnen van ankerboeitjes in de schroef te krijgen, keren we weer om, de haven weer uit. Heros, die zo ontzettend braaf is geweest, kijkt me teleurgesteld aan. We gingen hier toch de wal op?! Een stuk buiten de haven gaan we voor anker onder het strand. Gelukkig is er net genoeg licht om de lamploos geankerde Fransen te ontwijken. We gaan eerst maar eens slapen, dan zien we morgen wel weer verder.



Na een heerlijk paar uurtjes slaap bel ik met de havendienst. In het kort: Er mag niets en wat er wel mag vinden wij dat niet kan. We voelen ons hier erg onwelkom en het is helemaal niet wat we gehoopt hadden. Het voordeel van een boot is dat je gewoon weg kan gaan als het je niet bevalt. We besluiten door te varen naar Madeira.

Nu wordt het Heros echt te veel. Wachtte hij tot nu toe nog braaf tot we de bijboot in het water zouden gooien, nu gaat de motor weer aan een het anker er weer uit! De volledige 30 mijl tot aan Madeira is de arme hond onrustig. Ik denk dat hij vreest dat we nu, zonder te stoppen, weer een week de zee op gaan…



Na telefonisch contact met de eerste de beste haven waar we langskomen in Madeira blijkt dat we daar gelukkig wel terecht kunnen. Een vriendelijke havenmeester neemt onze lijnen aan, ik spring met Heros van boord en na een kwartiertje snuffelen wil hij al weer terug aan boord. Heros is gelukkig weer gerustgesteld. Nu eens ff lekker bijkomen!





zaterdag 14 augustus 2021

Vilagarcia d’Arousa – Santiago de Compostella



Luiken dicht, stroom goed aangesloten, alle lijnen en stootwillen goed geplaatst en vast, waterpomp en verlichting uit….. We zijn klaar om te gaan!

We laten de Deinemeid twee dagen achter in de marina om naar Santiago de Compostella te lopen, alwaar we Jari en Isa zullen ontmoeten. Het plan is de laatste twee dagen van de route van Padre Sarmiento te volgen. We zoeken een pad de stad uit langs het water en kijken uit naar bordjes die ons de weg wijzen op onze ‘camino’. De prachtige rivier monding nodigt uit om langs het water te blijven lopen, wat we dan ook niet kunnen weerstaan.




We zijn nu ongeveer anderhalf uur aan het lopen en hebben nog geen enkel bordje gezien dat er op wijst dat we op de goede weg zitten. Wel zien we af en toe een oud kruis langs het water. Het pad dat we volgen wordt steeds smaller en af en toe moeten we terug omdat de begroeiing te dicht is om nog door te komen. Marijn krijgt er aardig van langs met zijn korte broek. Zijn benen zitten vol schrammen en brandnetelbultjes. Zou dit wel echt de route zijn? Is het misschien dichtgegroeid door een gebrek aan pelgrims in coronatijd? We zijn nu al 5 uur aan het lopen en we hebben nog maar een derde van de afstand die we voor vandaag gepland hebben afgelegd. Maar dan, net als we beginnen te twijfelen of we nog een kans maken bij ons hotel te komen vanavond, zien we een bordje met het blauw gele teken van de camino’s naar Santiago, en nog een en nog een! Vol goede moed lopen we verder en eindelijk maken we wat efficiënte kilometers. Dan plots eindigt de route, op een oprijlaan van een groot huis. Heros wordt toegeblaft door wel 20 honden die achter het hek wild heen en weer rennen. Bij het water besluiten we even te pauzeren. Ik doe nog een poging een fatsoenlijke route beschrijving te vinden op internet en stuit daarbij op een app met wandelroute’s. Als ik dit eerder had gezien! De hele route van Padre Sarmiento staat er in! De route die wij hebben gelopen was weliswaar erg mooi, maar blijkt praktisch geheel af te wijken van de daadwerkelijke camino. Dat verklaart ook de afwezigheid van wegwijzers en de begroeiing op het pad!





We beginnen onze voeten al aardig te voelen en zijn dan ook blij dat we het laatste stuk niet te veel energie kwijt zijn aan het bepalen van de weg. Om zeven uur ‘s avonds komen we aan bij ons hotel in Padron. In een nabijgelegen restaurant genieten we van de lekkerste ‘Pimentos de Padron’ ooit, die trouwens feitelijk uit Herbon komen, het naast Padron gelegen dorp met vruchtbare grond in plaats van gebouwen. Met een paar biertjes op, meer dan 35 kilometer achter de rug en een goed gevulde maag slapen we diep tot de volgende ochtend.



We willen graag op tijd vertrekken om niet te veel in de hitte te moeten lopen. Vanaf Padron komt ook de Portugese camino bij onze route en we zien nu regelmatig andere wandelaars op weg naar Santiago.



De bewoners in de dorpjes waar we doorheen lopen wensen ons vrolijk ‘bon camino’. Het voelt bijna een beetje als valsspelen, gezien de meeste wandelaars hier al minstens twee weken aan het lopen zijn. Voor hen is dit echt het laatste ‘stukje’. Als de zon doorbreekt in de middag wordt het Heros te veel. Op ieder stukje schaduw dat hij ziet gaat hij liggen en het is duidelijk dat hij écht niet meer verder wil. Dit gebeurt natuurlijk precies bij een groot kruispunt van snelwegen… Ik til Heros het laatste stuk over het hete zwarte asfalt, waarna we rust en verkoeling zoeken in een klein bos. Wanneer we allemaal weer wat bijgekomen zijn en de zon wat in kracht is afgenomen, vervolgen we onze weg naar Santiago. Al snel doemen de buitenwijken op, die overgaan in een soort gigantische oprijlaan naar het centrum met de bekende kathedraal. We hebben het gehaald!




Dan is het vakantie!



zondag 25 juli 2021

Cedeira - Vilagarcia

 


Als ik wakker wordt duurt het even voordat ik begrijp waar ik ben. Een diepe slaap vol heftige dromen gaat over in een oase van rust als ik door het luik naar buiten kijk. Omringd door bergen vol groen en een rotsachtige kust afgewisseld met zandstrandjes ligt de Deinemeid braaf achter haar anker. Het water is vlak als een spiegel en rondom ons zwemmen verschillende groepjes dolfijnen. De meeste vissers lijken vannacht te zijn teruggekeerd van zee en er heerst rust in de baai.

Nu we alles beter kunnen zien dankzij het licht van de dag kruipen we nog wat dichter onder de kust, door dolfijnen terwijl we naar de kade roeien. Zo dichtbij en vanuit ons kleine notendopje zijn het wel indrukwekkende dieren!





De geuren, kleuren, natuur, de gebouwen, de mensen, alles voelt hier anders dan in Frankrijk. De schoonheid is overweldigend. Toch merk ik dat ik nog niet helemaal aangekomen ben. Terwijl ik toch echt in de veronderstelling was dat we minder snel zeilen dan een paard reist, is mijn ziel toch nog een beetje in Bretagne. Bretagne voelde haast als thuis, terwijl ik hier duidelijk een bezoeker ben. Mijn Frans is niet al te best, maar het hele kleine beetje Spaans dat er ergens in mij huist lijkt volledig verdrongen door m’n vocabulair Frans. Stuntelend lukt het wat vers fruit en groenvoer te kopen bij een klein winkeltje in het dorp. Langs de wandelpaden op de berg groeit volop munt en in iedere tuin staat wel een citroen-, appel, sinaasappel-, pruimenboom of meer.


      


In de volgende dagen genieten we van de Spaanse natuur en de talloze dolfijnen en komen we steeds beter in het Spaanse ritme. ‘s Ochtends maken we een lange wandeling, in de loop van de middag komen we weer aan in Cedeira en nuttigen wat drankjes en tapas op ons vaste terrasje, waarna we aan boord gaan om ff heerlijk te chillen. Dan een klein klusje doen en het is al weer tijd voor het avondeten. Wat een zwaar leven!





Langzaam begin ik me steeds meer thuis te voelen hier in Spanje. Ook verdwijnen de Franse woorden verder naar de achtergrond en komen er een paar woordjes Spaans voor terug. Leven is hier betaalbaar en rijk: groenten en fruit zijn bomvol smaak en de lucht is een genot om te ademen.


   


Na een kleine week besluiten we dat het toch echt tijd is om verder te varen. We willen graag om kaap Finistere heen, aangezien dat een verraderlijk stukje water kan zijn. We varen naar La Coruna, om daar nog wat spullen te halen om de badkamer af te maken, wel zo lekker voordat Jari en Isa ons volgende week zullen bezoeken. De Spaanse kustlijn is prachtig in het daglicht. De ene na de andere baai opent zich naast ons en met een mooi briesje kruisen we naar La Coruna, waar we tegenover het kasteel mogen aanmeren.







Al na een dag biedt zich een prachtig weervenster aan om naar de Atlantische kant van Spanje te zeilen. Met alle materialen die we in Coruna hoopten te vinden aan boord gooien we dus weer los. Langs de Atlantische kustlijn van Spanje is de Noordenwind in de zomer ‘s ochtends vaak zwak en neemt dan in de loop van de middag toe tot krachtig, waarna ze in de avond weer afzwakt. We hebben prachtig weer en inderdaad neemt de wind langzaam toe in snelheid en daarmee ook de boot. Aan het eind van de middag komen we aan in Camarinas, waar we direct op verkenningstocht gaan.




Opvallend is dat het hier een stuk droger is dan aan de Noord kust. Ook lijkt de temperatuur vaker wat hoger te liggen. In ieder geval zijn vruchten van dezelfde soort hier al een stuk verder in hun rijpingsproces dan in Cedeira. De baai is prachtig en de havenmeester uiterst vriendelijk. Toch hangt er iets vreemds in de lucht hier, waar we niet zo goed onze vinger op weten te leggen.

Veel huizen staan leeg of zijn zelfs vervallen, tussen de huizen liggen percelen waar wilde planten overheersen. Langs de weg zien we stukjes land waar mensen zelf groenten verbouwen, hoewel het lijkt dat het om een stuk berm gaat. Op het terras is het druk en heerst een volkse gezelligheid. Kinderen worden doorgegeven van het ene naar het andere tafeltje en toeterende auto’s zoeken contact met mensen die aan het drinken zijn.



De volgende ochtend varen we verder zuid. De kustlijn bestaat nu uit steile kliffen, bergen en net boven de zeespiegel uitstekende rotspartijen. Het weer is prachtig en als de wind eenmaal op sterkte is, blijkt het een waanzinnig mooie zeildag. We glijden van de golfjes, terwijl Heros heerlijk ligt te slapen op de zitzak op het achterdek. Eerder dan verwacht opent zich aan bakboord de ria van Arousa. Verschillende eilandjes, ogenschijnlijk bestaand uit een hoopje grote ronde stenen, beschermen de ria tegen de krachten van de Atlantische oceaan. Er liggen hier nauwelijks boeien (anders dan vistuig) en ook staken om onderwater liggende rotsen te markeren lijken de Galiciers onbekend. Het is dus extra goed opletten geblazen om aanvaringen te voorkomen.



Al snel wordt het water vlak en terwijl we oploeven vliegen we haast over het water verder de Ria in. Wanneer ons oog op een prachtig klein strandje, omgeven door rotsen, schijnbaar afgesloten van de bewoonde wereld valt, besluiten we hier het anker te laten vallen voor vannacht. Voldaan genieten we van het uitzicht en de ondergaande zon.




De volgende morgen maken we een flinke wandeling om onze nieuwe verblijfsplaats te ontdekken. Het is duidelijk dat vele Spanjaarden naar deze ria komen om invulling te geven aan hun vrije tijd. Er zijn verschillende campings, van ruim opgezette boomgaarden tot camper parkeerplaatsen in de volle zon. Wanneer we iets verder van de zee komen zijn echter de half verlaten dorpjes en de overweldigende natuur direct weer terug. Hoewel het een prachtige wandeling is, ben ik enigszins onrustig en we besluiten maar weer terug te gaan naar de boot.

Het is altijd een fijn gevoel om de Deinemeid braaf voor anker te zien liggen na een uitje op de wal, dit keer niet anders. Op de klein strandjes tussen de rotsen hebben zich inmiddels flink wat mensen verzameld. Een Spaans gezin heeft zich rondom onze bijboot genesteld en verteld ons vrolijk dat ze hier ieder zondag zitten, als het weer ook maar een béétje te doen is. Ze nemen dan lekker eten mee en genieten van het uitzicht. En ze zijn niet de enige. We zijn nog maar net aan boord en uit alle richtingen komen speedboten en zeilboten aanvaren. Om ons heen regent het vallende ankers. Helaas zijn niet alle schippers even bekwaam in de kunst van het ankeren. Het duurt dan ook niet lang voordat we de buren de hand kunnen schudden van boot tot boot. Als dan ook nog een speedboot met een krabbend anker vol gas achteruit voor onze preekstoel op de kop van de boot langs vliegt besluiten we toch maar te verhalen. Gelukkig blijkt er al weer een prachtig strand een paar honderd meter verderop te liggen, waar bijna niemand voor anker ligt. In mooie zandgrond laten we ons anker zijn werk doen, waarna we genieten van de rust. Wat een luxe als je huis een boot is, dat je gewoon kunt komen en gaan wanneer je daar behoefte aan hebt!



Nog even en dan kunnen we Jari en Isa ophalen in Santiago de Compostella. We willen de Deinemeid in de haven van Vilagarcia d’Arousa leggen en dan de laatste twee dagen van de pelgrimstocht van Padre Sarmiento naar Santiago de Compostella te voet afleggen. Dat wordt vast weer een avontuur!