zondag 25 juli 2021

Cedeira - Vilagarcia

 


Als ik wakker wordt duurt het even voordat ik begrijp waar ik ben. Een diepe slaap vol heftige dromen gaat over in een oase van rust als ik door het luik naar buiten kijk. Omringd door bergen vol groen en een rotsachtige kust afgewisseld met zandstrandjes ligt de Deinemeid braaf achter haar anker. Het water is vlak als een spiegel en rondom ons zwemmen verschillende groepjes dolfijnen. De meeste vissers lijken vannacht te zijn teruggekeerd van zee en er heerst rust in de baai.

Nu we alles beter kunnen zien dankzij het licht van de dag kruipen we nog wat dichter onder de kust, door dolfijnen terwijl we naar de kade roeien. Zo dichtbij en vanuit ons kleine notendopje zijn het wel indrukwekkende dieren!





De geuren, kleuren, natuur, de gebouwen, de mensen, alles voelt hier anders dan in Frankrijk. De schoonheid is overweldigend. Toch merk ik dat ik nog niet helemaal aangekomen ben. Terwijl ik toch echt in de veronderstelling was dat we minder snel zeilen dan een paard reist, is mijn ziel toch nog een beetje in Bretagne. Bretagne voelde haast als thuis, terwijl ik hier duidelijk een bezoeker ben. Mijn Frans is niet al te best, maar het hele kleine beetje Spaans dat er ergens in mij huist lijkt volledig verdrongen door m’n vocabulair Frans. Stuntelend lukt het wat vers fruit en groenvoer te kopen bij een klein winkeltje in het dorp. Langs de wandelpaden op de berg groeit volop munt en in iedere tuin staat wel een citroen-, appel, sinaasappel-, pruimenboom of meer.


      


In de volgende dagen genieten we van de Spaanse natuur en de talloze dolfijnen en komen we steeds beter in het Spaanse ritme. ‘s Ochtends maken we een lange wandeling, in de loop van de middag komen we weer aan in Cedeira en nuttigen wat drankjes en tapas op ons vaste terrasje, waarna we aan boord gaan om ff heerlijk te chillen. Dan een klein klusje doen en het is al weer tijd voor het avondeten. Wat een zwaar leven!





Langzaam begin ik me steeds meer thuis te voelen hier in Spanje. Ook verdwijnen de Franse woorden verder naar de achtergrond en komen er een paar woordjes Spaans voor terug. Leven is hier betaalbaar en rijk: groenten en fruit zijn bomvol smaak en de lucht is een genot om te ademen.


   


Na een kleine week besluiten we dat het toch echt tijd is om verder te varen. We willen graag om kaap Finistere heen, aangezien dat een verraderlijk stukje water kan zijn. We varen naar La Coruna, om daar nog wat spullen te halen om de badkamer af te maken, wel zo lekker voordat Jari en Isa ons volgende week zullen bezoeken. De Spaanse kustlijn is prachtig in het daglicht. De ene na de andere baai opent zich naast ons en met een mooi briesje kruisen we naar La Coruna, waar we tegenover het kasteel mogen aanmeren.







Al na een dag biedt zich een prachtig weervenster aan om naar de Atlantische kant van Spanje te zeilen. Met alle materialen die we in Coruna hoopten te vinden aan boord gooien we dus weer los. Langs de Atlantische kustlijn van Spanje is de Noordenwind in de zomer ‘s ochtends vaak zwak en neemt dan in de loop van de middag toe tot krachtig, waarna ze in de avond weer afzwakt. We hebben prachtig weer en inderdaad neemt de wind langzaam toe in snelheid en daarmee ook de boot. Aan het eind van de middag komen we aan in Camarinas, waar we direct op verkenningstocht gaan.




Opvallend is dat het hier een stuk droger is dan aan de Noord kust. Ook lijkt de temperatuur vaker wat hoger te liggen. In ieder geval zijn vruchten van dezelfde soort hier al een stuk verder in hun rijpingsproces dan in Cedeira. De baai is prachtig en de havenmeester uiterst vriendelijk. Toch hangt er iets vreemds in de lucht hier, waar we niet zo goed onze vinger op weten te leggen.

Veel huizen staan leeg of zijn zelfs vervallen, tussen de huizen liggen percelen waar wilde planten overheersen. Langs de weg zien we stukjes land waar mensen zelf groenten verbouwen, hoewel het lijkt dat het om een stuk berm gaat. Op het terras is het druk en heerst een volkse gezelligheid. Kinderen worden doorgegeven van het ene naar het andere tafeltje en toeterende auto’s zoeken contact met mensen die aan het drinken zijn.



De volgende ochtend varen we verder zuid. De kustlijn bestaat nu uit steile kliffen, bergen en net boven de zeespiegel uitstekende rotspartijen. Het weer is prachtig en als de wind eenmaal op sterkte is, blijkt het een waanzinnig mooie zeildag. We glijden van de golfjes, terwijl Heros heerlijk ligt te slapen op de zitzak op het achterdek. Eerder dan verwacht opent zich aan bakboord de ria van Arousa. Verschillende eilandjes, ogenschijnlijk bestaand uit een hoopje grote ronde stenen, beschermen de ria tegen de krachten van de Atlantische oceaan. Er liggen hier nauwelijks boeien (anders dan vistuig) en ook staken om onderwater liggende rotsen te markeren lijken de Galiciers onbekend. Het is dus extra goed opletten geblazen om aanvaringen te voorkomen.



Al snel wordt het water vlak en terwijl we oploeven vliegen we haast over het water verder de Ria in. Wanneer ons oog op een prachtig klein strandje, omgeven door rotsen, schijnbaar afgesloten van de bewoonde wereld valt, besluiten we hier het anker te laten vallen voor vannacht. Voldaan genieten we van het uitzicht en de ondergaande zon.




De volgende morgen maken we een flinke wandeling om onze nieuwe verblijfsplaats te ontdekken. Het is duidelijk dat vele Spanjaarden naar deze ria komen om invulling te geven aan hun vrije tijd. Er zijn verschillende campings, van ruim opgezette boomgaarden tot camper parkeerplaatsen in de volle zon. Wanneer we iets verder van de zee komen zijn echter de half verlaten dorpjes en de overweldigende natuur direct weer terug. Hoewel het een prachtige wandeling is, ben ik enigszins onrustig en we besluiten maar weer terug te gaan naar de boot.

Het is altijd een fijn gevoel om de Deinemeid braaf voor anker te zien liggen na een uitje op de wal, dit keer niet anders. Op de klein strandjes tussen de rotsen hebben zich inmiddels flink wat mensen verzameld. Een Spaans gezin heeft zich rondom onze bijboot genesteld en verteld ons vrolijk dat ze hier ieder zondag zitten, als het weer ook maar een béétje te doen is. Ze nemen dan lekker eten mee en genieten van het uitzicht. En ze zijn niet de enige. We zijn nog maar net aan boord en uit alle richtingen komen speedboten en zeilboten aanvaren. Om ons heen regent het vallende ankers. Helaas zijn niet alle schippers even bekwaam in de kunst van het ankeren. Het duurt dan ook niet lang voordat we de buren de hand kunnen schudden van boot tot boot. Als dan ook nog een speedboot met een krabbend anker vol gas achteruit voor onze preekstoel op de kop van de boot langs vliegt besluiten we toch maar te verhalen. Gelukkig blijkt er al weer een prachtig strand een paar honderd meter verderop te liggen, waar bijna niemand voor anker ligt. In mooie zandgrond laten we ons anker zijn werk doen, waarna we genieten van de rust. Wat een luxe als je huis een boot is, dat je gewoon kunt komen en gaan wanneer je daar behoefte aan hebt!



Nog even en dan kunnen we Jari en Isa ophalen in Santiago de Compostella. We willen de Deinemeid in de haven van Vilagarcia d’Arousa leggen en dan de laatste twee dagen van de pelgrimstocht van Padre Sarmiento naar Santiago de Compostella te voet afleggen. Dat wordt vast weer een avontuur!



1 opmerking: