Saba is prachtig. We zeilen rondom het eilandje en pakken een mooring aan de noordwest kant. De eerste drie dagen is het water te ruig om aan de wal te gaan, de haven waar de speedboten heenvaren is te ver om te roeien en we besluiten gewoon lekker aan boord te blijven. We genieten van het uitzicht en zwemmen in zo helder en diep water dat je bijna het gevoel heb dat je midden op zee aan het zwemmen bent. Na drie dagen moeten we toch echt een keer inklaren. Gelukkig kan ik een lift krijgen van een buurvrouw. De douane is snel en makkelijk en ik besluit nog wat rond te kijken op het eiland. Als ik een bestuurder van een auto vraag waar de weg naartoe gaat waar ik op loop, nodigt hij me uit in zijn jeep om het te laten zien. We rijden uren over het eiland, het ene na het andere ongelovelijke uitzicht op een steeds nog rustigere en stillere plek komt voorbij en we rijden over weggetjes welke ik onmogelijk had geacht met een auto te begaan. Na deze super leuke rondtour over het eiland zet hij me weer af bij de haven, waar ik in de zon wacht op iemand die me weer mee terug wil nemen naar het mooringgebiedje.
Terug op de Deinemeid vertel ik Marijn honderduit. Ik vind
het echt jammer dat hij er niet bij was. We besluiten dat we snel maar eens met
zijn tweeen de kant op moeten. De volgende dag blijkt de deining gelukkig een
heel stuk afgenomen en we besluiten hetop een landing op het kiezelstrand dichtbij
te wagen. De ruige landing maakt duidelijk dat het heel goed is dat we dit niet
eerder geprobeerd hebben. We lopen over de stenen, langs een overhellende,
hoge, stijle wand naar het eind van de doodlopende weg. De weg gaat zo stijl
omhoog dat onze benen het zwaar te verduren krijgen. Natuurlijk hebben we
vergeten water mee te nemen en bij de tijd dat we bij het dorpje zijn
aangekomen, anderhalfuur later, blijkt water werderom de beste drank ooit. Het
dorpje is mooi verzorgd, bijna kneuterig. De mensen spreken Engels, maar
vrijwel iedereen verstaat Nederlands. We kopen nog een hele dure fles water in
een restaurantje en lopen weer terug naar het kiezelstrand.
De volgende dag besluiten we te gaan duiken. We roeien met
Carlos naar een van de duikmoorings, leggen onze spullen in het water en
starten de duik vanaf daar. We zien schildpadden, super veel vissen, prachtig
koraal en een grote barracuda. Best een eng beest, hij bleef ons maar aanstaren
en omons heen zwemmen. We komen perfect terug bij de bijboot en hebben nog wat
lucht over. We doen nog wat oefeningetjes en zijn allebei heel blij met deze
welgeslaagde duik.
We genieten nog twee dagen van de rust en pracht van Saba en
besluiten dan dat het tijd is om de klaar te gaan liggen om over te steken. We
hebben nog wat dingetjes te regelen in Sint Maarten en willen het niet missen
als er een mooi weer systeem op de ocean ligt. Dankjewel Saba, je bent zó
bijzonder!
Als we Saba verlaten heb ik het gevoel dat dit het eind is
van ons Caribisch avontuur en dat we Sint Maarten gewoon nog even uit moeten
zitten terwijl we op goed weer voor de oversteek wachten. We hebben besloten
dit keer naar de Franse kant van Sint Maarten te varen, het is daar veel
goedkoper om met je boot te liggen en we hopen een wat minder chaotische baai
te treffen. We hebben mooi zeilweer en als we in Marigot Bay aankomen lijkt het
erop dat we niet voor niets gehoopt hebben. Marigot heeft een grote,beschutte
baai met een verdragelijk aantal speedboten en nauwelijks jetski’s en
vliegtuigen. Er liggen honderden boten in de baai, maar toch is er nog plek
genoeg. Terwijl we naar een mooi plekje zoeken om het anker te laten vallen
zien we de ene na de andere bekende boot. Dit kan nog wel eens gezellig worden!
De volgende dag gaan we op verkenningstocht in Marigot. Het
blijkt dat de supermarket hier helemaal niet duurder is dan aan de Nederlandse
kant, dat veel locals beter Spaans spreken dan Frans en bijna iedereen Engels
kan. Officieel betaal je met euro’s, maar dollars worden vrijwel overall
geaccepteerd. In de loop van de week vinden we helemaal onze weg. We werken aan
de boot, drinken goedkope biertjes in een leuk, locaal tentje en zwemmen in de
baai. Het is best een eindje tegen de wind in roeien naar de kant. We nemen
tegenwoordig de gebroken surfmast mee en een zeiltje dat ik gevonden heb, zodat
we op de terugweg niet hoeven te peddelen. Ik houd de mast omhoog terwijl
Marijn met een van de riemen het bootje op koers houdt. Al met al gaat het nog
verbazingwekkend goed.
We maken regelmatig tripjes met de bus naar de Nederlandse
kant om de zeilmaker te pushen. Het kleine oude pctje blijkt niet meer te
fixen. Ik probeer daarop, op de gewone laptop, Ubuntu naast Windows te
installeren, wat ik net niet helemaal lekker lopend krijg. Ik besluit de
experts er nog maar eens naar te laten kijken, maar nadat hij zich erover
gebogen heeft doet helemaal niets het meer. Ik hoop dat hij het nog voor elkaar
krijgt er in ieder geval weer iets van te maken.
Die avond liggen we al eventjes in bed en Marijn is al naar
dromenland vertrokken als ik een donkere vlek over het plafond zie bewegen.DE
KAKKERLAK! Dit is mijn kans! Ik maak snel Marijn wakker en haal een plastic
bakje. Hij zit op de hoes van het kleine gitaartje en durft daar op de een of
andere manier niet goed vanaf te komen. Ik leg de hoes aan dek en na een tijdje
loopt hij toch het dek op. Ik zet het bakje over hem heen, Marijn halt een vel
papier dat we tussen het dek en het bakje schuiven, waarna we het bakje om
kunnen draaien en de deksel erop doen. Ik maak wat gaatjes in het bakje en we
gaan weer naar bed. We horen nog twee keer een hard geluid,bijna of iemand zijn
keel schraapt, uit het ruim komen. Nooit geweten dat kakkerlakken zo veel
geluid konden maken. Ik denk dat hij misschien een trilling tegen het papier op
het bakje uitoefende, waardoor het geluid versterkt werd. In ieder geval zullen
we nu te weten komen of dit echt de enige kakkerlak was. Als we er weer een
zien hebben we waarschijnlijk een probleempje.
Het is nog ochtend als ik naar de wal ga. Marijn blijft op de
boot om een moeilijke splits af te maken en ik ga de kakkerlak vrijlaten,
uitzoeken waar we diesel en water kunnen tanken en of er een plek is waar ze
duikflessen vullen. Als ik bij de jachthaven aankom staat er een lieve hond te
kwispelen. Als ik door het hek van de jachthaven ga, loopt de hond met me mee.
Hij blijft me volgen, eet gelukkig de kakkerlak niet op en loopt mee naar de
steiger waar je diesel kan tanken. Er ligt een douaneboot aan de steiger en een
jongen van de haven bedient de pomp. De hond loopt over een randjevan 20 cm
langs het hek, springt op een plastic kist en laat zich daar vervolgens vanaf
glijden op de dieselsteiger. De jongen van de haven herkent de hond en geeft
hem een aai. Ik informeer over kosten en kom in gesprek met de jongen. Hij
vertelt dat de hond twee weken geleden is achtergelaten door mensen die op een
superjacht werken. De eigenaar wilde het dier niet op zijn boot hebben, waarop
het stel de hond met een zak voer achtergelaten heeft op de jachthaven. Nu gaat
het nog goed met hem, maar als alle boten straks weg zijn zal niemand meer voor
hem zorgen. Kortom, hij is opzoek naar een nieuw baasje.
Voor ik het weet zit ik, met hond, weer in de bijboot en
probeer te roeien terwijl hij jacht maakt op de ijsklontjes die ik gekocht heb.
Marijn en ik hebben het wel vaker gehad over het hebben van een hond. Marijn is
dol op de Caribische hondjes, ik wil in ieder geval een hond die een plekje nódig
heeft, bijvoorbeeld uit het asiel en Marijn vindt dat het op je pad moet komen,
maar dat is volgens mij onderdeel van
zijn algehele levensfilosofie. Kortom: dit lijkt dé perfecte hond voor
ons. Daarbij is hij absoluut niet bang, heeft een goed evenwicht, is super lief
tegen iedereen, kan je hem optillen en volgt hij zonder dat je hem hoeft te
roepen. Ik schat dat hij een jaar of twee oud is, hij heeft een glimmende
vacht, een mooi gebit en ziet er weldoorvoed
uit.
Als ik bij de Deinemeid aankom weet Marijn even niet wat hij
moet zeggen, maar al snel is ook hij overtuigd. Hij noemt hem Maarten, wat ik
eigenlijk geen honden naam vind, maar ik ga er toch maar mee accoord. Maarten
drinkt een bak water leeg en valt daarna in slaap in de schaduw achter de mast.
Hij slaapt twee uur lang en het lijkt of
hij moet bijkomen van een spannende tijd. Ik vind het ook wel gruwelijk, je
hond zo achterlaten zonder een nieuw baasje voor hem te zoeken, ik denk dat
zo’n beest daar behoorlijk van in de war kan raken, wat denk jij mam?
‘s Middags ga ik met het busje een tweedehands computertje
ophalen dat hopelijk beter werkt als
navigatie-pctje. Naast de computerwinkel zit een supermarkt waar ik een
speeltouw, een voerbak en wat hondenvoer voor Maarten haal. Als ik terug kom is
hij door het dollen heen, wat een fijn gevoel zo’n enthousiast welkom! Als ik
een duik neem, om af te koelen, houdt Maarten me aandachtig in de gaten. Ik
roep hem en tot mijn verbazing springt hij gewoon het water in. Wat een coole
hond! Ik hoop maar dat hij dat echt alleen doet als je hem roept, want echt
handig is het natuurlijk niet om een scheepshond te hebben die zomaar in het
water springt als hij daar zin in heeft.
Marijn heeft ondertussen de leuvers aan het gerepareerde fokje bevestigd
en we besluiten vanmiddag nog naar Grand Case te varen. Maarten is
onvoorstelbaar relaxed tijdens het varen, misschien wel iets té. We besluiten
dat we voor de oversteek een net tussen
de railing moeten spannen, zodat hij niet zo makkelijk overboard kan vallen. We
laten het anker vallen naast Skye en Maarten begint te piepen. We nemen aan dat
hij moet plassen of poepen en ik roei met hem naar de kant om een stukje te
wandelen. Nog voor dat ik bij de kant ben is hij uit de boot gesprongen en
zwemt naar het strand. Als ik even later ook aangekomen ben lopen we door het
dorp. Maarten is niet te houden en wil overal kijken, plassen en snuffelen. Als
we bij een gigantisch bord komen waarop staat dat er absoluut geen honden op
het strand mogen, stormt hij natuurlijk met volle vaart het strand op. Hij ziet
er blij uit en speelt met het water en andere honden. Net als ik het gevoel
krijg dat hij niet meer met me wee wil, komt hij super blij op me afgerend en
blijft daarna de hele terugweg strak naast me lopen. Als we bij de bijboot
komen twijfelt hij nog even, maar besluit uiteindelijk toch weer met me mee te
gaan.
Aan boord geeft Marijn hem wat eten en kort daarna ligt Maarten al weer te slapen.
We liggen ‘s avonds een filmpje te kijken als de buren langskomen. Ze gaan naar
een barretje aan het strand waar al de hele avond een bandje speelt. We
besluiten gezellig mee te gaan en ook Maarten zit al in de bijboot. Er staat best
wel wat deining wat het nog een aardig avontuur maakt om aan wal te komen. Het
barretje puilt uit van de mensen, maar aan de waterkant vinden nog een plekje
aan een picknicktafel. Als er een grote golf komt, moet je je voeten optillen
als je droge voeten wilt houden. Maarten loopt wat heen en weer, maar komt
steeds weer terug bij de tafel om te checken of we er nog zitten.
Hoewel bijna iedereen op het feestje met de hond knuffelt is
er op eens één man die overdreven enthousiast naar hem begint te roepen en klappen.
Eerst geeft hij geen reactie, maar dan lijkt hij zich te bedenken en loopt
achter de man aan. Als de man hem optilt loop ik naar hem toe om te vragen wat
hij denkt dat hij met mijn hond aan het doen is, waarop de man antwoort dat het
zijn hond is.
Hij vertelt dat Maarten eigenlijk Lucky heet, dat hij hem al
een half jaar niet meer gezien heeft en dacht dat hij dood was, vergiftigd
ofzo. Terwijl de man doorpraat en niet of nauwelijk luistert naar wat ik terug zeg wordt het me te veel en de tranen stromen
over mijn wangen. Hoewel ik ze liever
onder controle had gehouden, houdt de man wel op met mij te overtuigen dat het
zijn hond is. Hij luistert naar hoe ik hem gevonden heb en hoe hij terug naar
Grand Case is gekomen. Ik probeer te geloven dat de hond hier beter af is dan
bij ons en me niet te druk te maken om de manier waarmee de man met zijn hond
omgaat. Hij zegt dat hij over anderhalve maand naar het buitenland vertrekt en
de hond niet meeneemt. Maar hij heeft wel een vriendin die voor hem gaat zorgen.
Ik denk dat hij echt behoefte heeft aan een baas die hem wat vastigheid geeft,
maar besluit dat ik hem maar los moet laten en moet hopen dat hij het hier goed
heeft. Misschien komt het doordat ik
verdrietig ben maar hij wijkt geen meter meer van mijn zijde. Zelfs als ik naar
de wc ga zit hij voor de deur te wachten.
Het is al laat als we terug naar de boot gaan. De hond ligt
te slapen en we sluipen stiekem weg, zodat hij ons niet achterna komt. De man
blijft, ik hoop dat ik hem nooit meer zie.
De volgende dag komt Katy aan boord. We hadden haar al eens
eerder ontmoet, met oud en nieuw op Union Island. Ze gaat van het weekend
gezellig mee zeilen. We varen naar een
eilandje dat Tintamarre heet en bij St. Martin hoort. Het zeilen is heerlijk en
eenmaal ter plekke zien we schildpadden, roggen, barracuda’s en nog veel meer
terwijl we met een duikbril op in het water liggen.
Terug in Marigot ontmoeten we nog meer leuke mensen onder
wie oude bekenden, maar ook volkomen onbekenden. We genieten van het leven,
maar werken ook steeds serieuzer aan de boot. We besluiten de laatste paar
dagen voor het geplande vertrek, de haven in te gaan. Zo kunnen we de tanks
vullen met water (30 euro de kuub), de accu’s vol laten stromen en boodschappen
voor een maand fatsoenlijk aan boord krijgen. Het is even wennen achter een hek
te leven en geen enkele beweging in de boot te voelen, maar we genieten erg van
de voordelen. Na twee dagen komt Willem met Skye naast ons liggen en na een
harde dag werken in het hete, tropische klimaat, drinken we samen gezellig
koude biertjes.
Als we dan eindelijk alles klaar hebben zijn we gaar. We
besluiten nog lekker een avondje in de baai bij Tintamarre te gaan liggen. We
gooien los in de marina en hebben een heerlijk zeiltochtje naar het kleine
eilandje. Er ligt hier nog één andere boot en verder zijn er enkel vissen en
schildpadden te bekennen. De rust is heerlijk en we besluiten vanavond niets
anders meer te doen dan het posten van deze blog en het kijken van een filmpje.
Nu ik naar rechts kijk zie ik zelfs dat Marijn al naar dromenland vertrokken
is.
We hebben de boot goed voorbereid, het weer ziet er
vriendelijk uit en Sint Maarten hebben we uitgezwaaid. We hebben er zin in! Als
alles soepel verloopt komen we over een week of drie aan op Flores, een
eilandje dat bij de Azoren (Portugal) hoort. Als iemand wil weten hoe het met
ons gaat, kan je contact opnemen met Carel, die is altijd van vanalles op de
hoogte ;). Dikke zoen vanaf de Deinemeid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten