El Hierro is een ware verrassing, met om iedere hoek een ander ecosysteem en een nieuw waanzinnig uitzicht. Hoewel we ons hier waarschijnlijk vele maanden zouden kunnen vermaken, staan onze gedachten volledig in het teken van de Atlantische oversteek.
Wat moeten we nog absoluut aanschaffen om veilig en prettig aan de overkant te raken. Welke instanties moeten we nog mailen om straks toegelaten te worden tot Sint Vincent en de Grenadines? We ronden de laatste klusjes af aan boord en we laden de Deinemeid vol met water en eten.
1 December 2021
Dan is het moment eindelijk daar! Het weerbericht lijkt redelijk gunstig en we zijn klaar om te gaan. Nog een keer zeg ik de vaste grond vaarwel en dan gooi ik de lijnen los waarmee de Deinemeid verbonden lag aan El Hierro.
We varen tussen twee rijen schepen door. Er wordt gefloten, getoeterd, gejuicht. Het zijn andere schepen die ook op het punt staan te vertrekken. De gedeelde spanning en opwinding wordt omgezet in een prachtig vertrek.
Er staat heel weinig wind. Een mooi moment om de autopiloot eens te gebruiken. Gelukkig vult de wind al na twee uurtjes in, zodra we wat weg zijn van het eiland. De rustige omstandigheden helpen me om mijn zeebenen te vinden ondanks de spanning. Ik wordt nog wel eens een beetje loom als we net de zee op gaan, maar eigenlijk vooral als ik zenuwachtig ben óf als ik de avond van te voren te veel gedronken heb. Dat doe ik dus niet meer, haha.
In de loop van de avond trekt de wind wat aan en met de voorspelling dat ze nog verder doortrekt, zetten we meteen twee reven in het grootzeil. De wind is wispelturig, het ene moment waait het windkracht zes en een half uurtje later hooguit een klein vijfje. De maan is er nog niet en we worden getrakteerd op een waanzinnige sterrenhemel. Het is zó helder dat je bij het licht van de sterren haast kan lezen.
In de ochtend neemt de wind nog wat toe, maar blijft inconsistent. We varen nog een stukje om, om een relatieve ondiepte te ontwijken. Hoewel het op het topje van de zeeberg nog diep zat is, blijven we daar liever uit de buurt in verband met de ruwe zee die vaak ontstaat op dat soort plekken. De zee is al onrustig genoeg.
De eerste nacht hebben we weinig geslapen en daar plukken we nu de vruchten van. Vrij snel nadat ik me in de slingerkooi heb genesteld val ik in een diepe slaap. Niet veel later schrik ik wakker van een zware dreun. Ik zit meteen rechtop in mijn bed. Wat was dat, een golf? Marijn? Marijn?!!! Alles oké? Snel sta ik op en loop naar het luik…. Gelukkig! Hij is er nog en Heros ook. We voeren blijkbaar precies op het pad van een uitzonderlijk grote golf, die vervolgens mooi over de Deinemeid heen brak. Marijn en Heros zijn flink doorweekt, de douchezak is afgescheurd en weggespoeld, de bijboot is een beetje losgekomen, de ogen van de spatzeilen zijn uitgescheurd…. Maar! Iedereen is nog veilig aan boord, er is niets ernstigs kapot gegaan en op een paar knikkende knieën na zijn we allemaal gezond. Ik kleed me aan zodat Heros en Marijn naar binnen kunnen om op te drogen en wat uit te rusten.
Heros leert snel dat er geen land meer is en geeft het goed aan als hij naar het voordek wil om te plassen of te poepen. De uitdaging is voor hem vooral om te blijven staan tijdens het plassen, aangezien de golven ons geen moment met rust laten. Meestal ligt hij dan ook veilig tussen de bakskisten ingeklemd op de vloer van de kuip. Als afwisseling maken we wandelingetjes naar het voordek, komt hij gezellig naast ons op een rode zitzak liggen of kruipt hij bij Marijn in het grote bed.
Zo aan het begin van een lange oversteek als deze, probeer ik niet te veel te denken aan hoe ver we nog te varen hebben. Iedere dag is er één op zich en zo zijn we ineens al bijna een week onderweg. De zee is nog steeds onregelmatig en de windsterkte wisselt voortdurend. Het gevolg hiervan is dat we een groot deel van de tijd ondertuigd varen, waardoor we nog meer slingeren. Het goede is dat we intussen onze zeebenen hebben gevonden. Ook zijn we inmiddels gewend aan het slaapgebrek, veroorzaakt door het wachtlopen, waardoor we ieder uurtje slaap dat we kunnen pakken ook daadwerkelijk benutten.
Regelmatig worden we geplaagd door buien. Ze geven ons meer wind dan goed is voor het tuig, dus halen we wat zeil er af. Na een gezonde portie zoet water uit de lucht valt de wind vervolgens weg. We hijsen weer wat meer zeil, slingeren nog wat rond en dan laat de blauwe lucht zich vaak al weer zien.
Intussen is er een volle week verstreken sinds ons vertrek uit El Hierro. Nog maar een paar dagen en dan zijn we op de helft en dan nog maar 1 en we zijn over de helft en voor je het weet zijn we er al. Grappig hoe sterk je instelling je beleving beinvloedt!
De afwas doen we met zout water, evenals ‘douchen’. Als het weer het toelaat gaan we op het middendek zitten en gooien putsen met zeewater over elkaar heen. Opgefrist en met hernieuwde energie vervolgen we de dag.
Al twee weken hebben we geen ander schip gezien dan de Deinemeid. Weliswaar wat boten op de AIS en twee maal ‘s nachts een lichtje aan de horizon. Maar dáár! Daar vaart toch echt een andere boot! Ook al is het een erg lelijke catamaran, we worden helemaal blij van het zien van die andere zeilers hier midden op de oceaan.
Nu we aan de derde week zijn begonnen voelt het alsof we er al bijna zijn. Bewust van het gevaar dat dit gevoel met zich mee kan brengen, probeer ik me nog steeds iedere dag voor zich te beleven. De maan wordt steeds voller en blijft ‘s nachts steeds langer bij ons. Zo begint een heledere avond met een prachtige sterrenhemel, waar de Melkweg duidelijk uitspringt. Vervolgens komt de maan op, vaak vanachter wat wolkjes aan de horizon. Wanneer de maan wat hoger staat geeft ze zoveel licht, dat ik bijna net zo goed kan zien wat er zich aan boord afspeelt als overdag, alsof iemand zo vriendelijk is ons vanaf een afstandje bij te schijnen.
Nog maar 100 zeemijlen en dan zouden we op Sint Vincent aan moeten komen! Naast ons ligt Barbados, op 30 mijl. We zien het eiland echter niet liggen, het schijnt vrij laag te zijn. De laatste nacht (inshallah). Ik sta strak van de lekkere stofjes die door mijn lijf razen. Het lijkt er op dat we echt weer land gaan zien! Ik heb de kluiver vervangen door de fok, aangezien we zo hard gaan dat we anders in het donker aankomen. Precies als de ochtendschemer zichtbaar wordt zien we de baai bij Young Island. De groene kleur en geur van het eiland is overweldigend! Marijn! Heros! We hebben het gered!
Dankjewel lieve Deinemeid, dat je ons zo ver hebt gebracht. Dankjewel mooie zee, dat je ons hebt laten passeren. Dankjewel machtige wind, dat je ons hierheen hebt geblazen. Dankjewel hemel, voor je waanzinnig mooie luchten met sterren, zon, wolken en maan.
Nu lekker uitrusten. Straks op verkenning in Sint Vincent en de Grenadines :)!